Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4257/GBT, 8 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:08-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/4257/GBT (tegemoetkoming)

Betreft: [...] datum: 8 mei 2017

Uitspraak van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

[...], verder klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 23 november 2016 , strekkende tot niet-ontvankelijkheid van klager in zijn bezwaar tegen de selectiebeslissing van 14 november 2016 tot plaatsing
in
de gevangenis van de p.i. Vught.

Bij uitspraak van 14 maart 2017 heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de selectiefunctionaris vernietigd en de selectiefunctionaris opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen
twee weken na ontvangst van de uitspraak van de beroepscommissie. De beroepscommissie heeft in de uitspraak tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing zal bepalen of enige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel
68, zevende lid, van de Pbw aan klager geboden is.

Klager is naar aanleiding van voormelde uitspraak op 6 april 2017 overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht en op 11 april 2017 uit detentie ontslagen.

Beoordeling
Nu het beroep gegrond is verklaard en de bestreden beslissing is vernietigd, moet worden geoordeeld dat klager ten onrechte bij beslissing van 14 november 2016 in de gevangenis van de locatie Vught is geplaatst. Uitgaande van de aan de beroepscommissie
ten dienste staande gegevens kan er vanuit worden gegaan dat klager, indien in eerste instantie besloten zou zijn tot selectie voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht, klager niet vanaf begin december 2016 tot begin april 2017 in de gevangenis van de
p.i. Vught zou hebben verbleven . Gelet daarop acht de beroepscommissie termen aanwezig voor toekenning van een financiële tegemoetkoming. De beroepscommissie zal klager een tegemoetkoming toekennen van € 25,= per maand voor de periode dat hij ten
onrechte niet in Dordrecht geplaatst is geweest. De beroepscommissie stelt de hoogte van die tegemoetkoming vast op € 100,=.

Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 100, = toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 mei 2017.

Secretaris Voorzitter

Naar boven