Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3968/GM, 26 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3968/GM

betreft: [klager] datum: 26 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Esserheem,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 24 november 2016 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 april 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L. Noordanus, gehoord.

Namens de inrichtingsarts van de locatie Esserheem is schriftelijk meegedeeld dat geen noodzaak wordt gezien om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in de verzoeken om bemiddeling aan de medisch adviseur van 31 augustus 2016 en 4 september 2016 betreft het niet verwijzen van klager naar het
ziekenhuis voor een second opinion.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd. Klager had zelf een afspraak gemaakt voor een second opinion in Groningen maar die is afgezegd, omdat hij niet mocht weten wanneer hij naar het ziekenhuis zou gaan. Hij had de afspraak gemaakt omdat hij
bezorgd is over zijn handen. Door de pijn kan hij niet functioneren. In het ziekenhuis heeft hij gehoord dat er sprake was van artrose. Bij het onderzoek hoorde hij zijn botten en spieren. Alles is kapot. Hij heeft nog steeds een spalk. Hij heeft recht
op een second opinion. Klager bleef het proberen via de medische dienst. Daarna hebben ze hem naar een nepafspraak gestuurd bij dr. Van R. Die vrouw wist er niets van. Ze heeft een tekeningetje gemaakt van de botjes in zijn hand dat niet klopte. Klager
moest een geldbedrag betalen voor de nepafspraak en heeft met stress een jaar moeten wachten. Het zit hem heel hoog. Het onderzoek door dr. Van R. is geen second opinion. Zij is een collega van dr. De J. Het was beter geweest om klager in een ander
ziekenhuis te onderzoeken en geen risico te nemen. Er is ook geen verslag van dit onderzoek door dr. Van R. opgemaakt. Het is juist dat klager op 2 november 2016 een gesprek heeft gehad met de inrichtingsarts die akkoord ging met een second opinion en
dat klager op 3 november 2016 akkoord is gegaan met een operatie. Hij voelde zich daartoe gedwongen. De second opinion kon niet direct plaats vinden. Klager had zoveel pijn dat hij heeft ingestemd met een operatie. Hij is inmiddels tegen zijn wil
geopereerd aan zijn rechterhand. De handwortel is verwijderd. De pols zit nu wat meer vast. Hij heeft nog steeds pijn. Nu is zijn linkerhand aan de beurt. Er wordt een spelletje gespeeld. Klager is machteloos. Artsen worden wel geloofd. Klager
vertrouwt
het niet meer. Verzocht wordtom naast gegrondverklaring van het beroep een second opinion te laten verrichten en de kosten die klager heeft betaald voor het onderzoek door dr. Van R. te vergoeden en eventueel een schadevergoeding toe te kennen.
Door en namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
De inrichtingsarts heeft klager uitleg gegeven. Klager had zelf een afspraak met het ziekenhuis gemaakt voor 1 september 2016. Hem is uitgelegd dat de afspraak door de medische dienst is verzet omdat de regel is dat de gedetineerde niet mag weten op
welke dag en tijd hij naar het ziekenhuis gaat. De afspraak is verzet naar half september 2016. Klager had de second opinion nodig in verband met een rechtszaak die half september 2016 zou plaatsvinden. Hij was boos over het verzetten van de afspraak
omdat het verslag van het consult dan niet op tijd zou komen voor de rechtszaak. De afspraak is weer vervroegd en klager is toch op 1 september 2016 naar het ziekenhuis gegaan voor een second opinion. Klager is wantrouwend. Hij zegt dat hij door een
assistent van de behandelend chirurg is onderzocht en dat dit geen second opinion is. De assistent is echter een collega-plastisch chirurg van de behandelend arts. Dit is tevoren met klager besproken. De twee plastisch chirurgen die klager hebben
onderzocht hebben dezelfde mening, waardoor er nu een afspraak is gemaakt voor een operatie. Het is verstandig van klager dat hij zich door twee specialisten heeft laten onderzoeken om te weten wat voor hem de beste behandelingsmogelijkheid is. Klager
heeft ermee ingestemd dat de second opinion is uitgevoerd door de directe collega van de chirurg De J. van de Isala kliniek te Zwolle. De zorgen over handfunctie zijn reëel. Het was verstandiger geweest om de second opinion niet te laten uitvoeren in
de
Isala kliniek.
3. De beoordeling
Uit artikel 42, tweede lid, Pbw volgt dat klager recht heeft op raadpleging, voor eigen rekening, van een arts van zijn keuze. Hieruit kan worden afgeleid dat klager recht heeft op een second opinion. Het is dan aan klager om een arts/specialist te
kiezen.
Uit de stukken, met name de medische informatie, en de behandeling ter zitting volgt dat klager zelf een afspraak had gemaakt voor een second opinion door een specialist maar dat die afspraak is afgezegd omdat er een veiligheidsrisico aan is verbonden
wanneer een gedetineerde weet op welke datum en welk tijdstip hij vervoerd zal worden naar het ziekenhuis.
Vervolgens is klager door twee plastisch chirurgen van de Isala kliniek onderzocht. Van het laatste onderzoek is geen verslag opgemaakt omdat de twee collega-plastisch chirurgen tot dezelfde medische conclusie zijn gekomen.
Door de inrichtingsarts is in de reactie op klagers beroep aangegeven dat het verstandiger was geweest om de second opinion niet uit te laten voeren in dezelfde kliniek. In de his-informatie van 2 november 2016 schrijft de inrichtingsarts dat hij lang
met klager gesproken heeft en heeft aangegeven dat klager zeker recht heeft op een second opinion en dat hij hieraan ook wil meewerken. Vervolgens blijkt uit de his-informatie van 3 november 2016 dat klager die dag zijn akkoord heeft gegeven voor een
operatie.
Naar het oordeel van de beroepscommissie volgt uit het bovenstaande dat de inrichtingsarts niet geweigerd heeft om klager door te verwijzen voor een second opinion, maar dat klager ervoor gekozen heeft om de second opinion niet af te wachten door daags
nadat hij van de inrichtingsarts had vernomen dat deze voorstander was van een second opinion, akkoord te gaan met een operatie aan zijn hand. De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen
van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 van de Pm neergelegde norm. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Voor zover klager heeft bedoeld te klagen over de kwaliteit van het medisch handelen van een of twee plastisch chirurg(en) die hem heeft/hebben onderzocht in de Isala kliniek stelt de beroepscommissie vast dat dit geen handelen door of namens de
inrichtingsarts betreft en zal zij klager op dit punt niet-ontvankelijk in het beroep verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dit is gericht tegen het medisch handelen van de twee plastisch chirurgen van de Isala kliniek. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 april 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven