Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0318/TA, 26 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/318/TA

betreft: [klager] datum: 26 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 januari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 maart 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. Weldam.
Het hoofd van de inrichting is niet ter zitting verschenen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de beslissing d.d. 1 december 2015 dat klager enkel begeleid door de inrichting mag;
b. de beslissing d.d. 3 december 2015 dat klager alleen op de individuele werkplaats of het ‘atelier’ mag werken (HK2015/291);
c. de beslissing d.d. 7 december 2015 tot beperking van klagers bewegingsvrijheid door middel van afdelingsarrest (HK2015/292).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel a. van het beklag en het beklag wat betreft de onderdelen b. en c. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent dat de beslissing hem één-op-één door de inrichting te begeleiden een beslissing is die vatbaar is voor beklag, gelet op de
aanleiding voor deze beslissing (positieve uc) en de aard en uitvoering van deze maatregel. Dat deze maatregel mogelijk ook in het verplegings- en behandelingsplan wordt genoemd maakt dit niet anders. Het inperken van de bewegingsvrijheid heeft niets
van doen met de verpleging en behandeling van klager. Het zou bovendien een uitholling van de rechtspositie van de verpleegde zijn als een verpleegde zich niet tegen een dergelijke beslissing kan verweren voor de beklagrechter.
Klager betwist dat de beslissing van 3 december 2015 hem aan te bieden voor een alternatieve arbeidsplaats volgt uit het verplegings- en behandelingsplan. Ook deze beslissing is onmiskenbaar een beslissing waartegen beklag mogelijk is. Het hoofd van de
inrichting heeft verzuimd aan klager een schriftelijke mededeling van de beslissing van 3 december 2015 uit te reiken.
Het individuele uc-beleid leidt tot willekeur en is onrechtmatig. De beslissingen die op grond van dit beleid zijn genomen, zijn onredelijk en onbillijk.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
a.
Artikel 33 van de Bvt bepaalt het volgende:
“Indien de bewegingsvrijheid waarop de verpleegde op grond van de bij of krachtens deze wet gestelde regels recht heeft, niet is beperkt tot de afdeling waar hij verblijft, kan het hoofd van de inrichting zodanige beperking niettemin telkens voor een
periode van ten hoogste vier weken opleggen, indien dit noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 32, eerste lid.”

Als onderdeel van het ten behoeve van klager opgestelde faseplan ‘Positief UC beleid’ wordt klager bij een positieve urinecontrole en het niet geven van openheid hierover, minimaal 24 uur in de herstelkamer geplaatst om zijn kamer te controleren en
wordt hij tevens twee weken begeleid “om zicht te hebben op handel- en geldstromen”. De beroepscommissie is van oordeel dat voormeld faseplan onderdeel uitmaakt van het ten behoeve van klager opgestelde verplegings- en behandelingsplan. Tegen deze
achtergrond is de beslissing van het hoofd van de inrichting van 1 december 2015 dat klager enkel begeleid door de inrichting mag, geen afdelingsarrest als bedoeld in artikel 33 van de Bvt. Beklag tegen deze beslissing is dan ook niet mogelijk. Het
beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

c.
Op grond van artikel 57, eerste lid, van de Bvt staat tegen een beslissing tot beperking van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 (afdelingsarrest) beklag open nadat deze beperking een week heeft geduurd.
Aan klager wordt op 7 december 2015 afdelingsarrest opgelegd vanwege (verdenking) van gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen en klagers mededeling dat hij de gehele maand december dagelijks softdrugs gaat gebruiken. Op 8 december 2015 wordt klager
afgezonderd, omdat – zo begrijpt de beroepscommissie uit de toelichting van het hoofd van de inrichting voor de beklagrechter – klager zich dreigend heeft geuit in de richting van het behandelend team. Nu het afdelingsarrest nog geen week heeft geduurd
had de beklagrechter klager niet-ontvankelijk in dit onderdeel van het beklag moeten verklaren. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft de beklagonderdelen a. en b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden wat betreft beklagonderdeel a.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagrechter wat betreft beklagonderdeel c. en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. A. van Waarden en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 26 april 2017

secretaris voorzitter

Naar boven