Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4035/TA, 4 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/4035/TA

betreft: [klager] datum: 4 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 30 november 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 april 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord klagers raadsman, mr. A.T. van Rhijn, en namens het hoofd van de inrichting, [...], juridisch medewerker.
Als toehoorder was aanwezig [...], werkzaam bij de Raad.
Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het ten onrechte reserveren van reis- en resocialisatiegeld op klagers beheerrekening (RV-2016-000418).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.
Op 22 september 2016 is reis-en resocialisatiegeld gereserveerd op klagers beheerrekening. Dit betrof een vergissing. Een medewerker was vergeten deze reservering met ingang van september 2016 stop te zetten. Op 27 september 2016 is deze vergissing
geconstateerd en direct gecorrigeerd door het gereserveerde geldbedrag van klagers beheerrekening over te boeken naar zijn leefgeldrekening.
Er was geen sprake van opzet. Verwezen wordt onder andere naar RSJ 3 december 2009, 09/1188/TA. De klacht is gericht tegen feitelijk handelen van de medewerker en derhalve niet gericht tegen een beklagwaardige beslissing. Daartoe wordt verwezen naar
RSJ
1 augustus 2016, 16/1375/TA. Voorts heeft klager de klacht ingediend, nadat de vergissing was gecorrigeerd. Daardoor is de rechtsgrond aan de klacht komen te ontvallen.

Namens klager is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.
Juridisch gezien is het standpunt van het hoofd van de inrichting juist. Klagers klacht zou juridisch minder strikt benaderd kunnen worden.

3. De beoordeling
Vaststaat dat de inrichting op 22 september 2016 ten onrechte reis- en resocialisatiegeld heeft gereserveerd op klagers beheerrekening. Op 27 september 2016 heeft de inrichting deze misslag geconstateerd en direct gecorrigeerd door het gereserveerde
geldbedrag van klagers beheerrekening over te boeken naar zijn leefgeldrekening. Uit de rapportage van de maandcommissaris blijkt dat op 26 oktober 2016 een bemiddelingsgesprek tussen klager en de maandcommissaris heeft plaatsgevonden, waarin klager
heeft aangegeven zijn klacht te handhaven.

Hoewel sprake is geweest van een misslag van de zijde van de inrichting, heeft de inrichting de gevolgen van die misslag spoedig na constatering daarvan en voorafgaand aan het bemiddelingsgesprek ongedaan gemaakt. Gelet hierop is de beroepscommissie
van
oordeel dat klager geen belang (meer) heeft bij zijn beklag. Zij zal klager daarom alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de alleensprekende beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 4 mei 2017

secretaris voorzitter

Naar boven