Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3723/GA, 4 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3723/GA

betreft: [klager] datum: 4 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 oktober 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, voor zover hiertegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 april 2017, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.F. Aarts, en [...], de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Krimpen aan den
IJssel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beperkingen die klager in het ziekenhuis zijn opgelegd (IJ2016-551).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is voor een dotterbehandeling overgebracht naar het ziekenhuis. Hij zou voor een dag-opname naar het ziekenhuis gaan en verwachtte om 17.00 uur terug te keren naar de p.i. Omdat een scheur in de slagader was ontstaan, moest klager langer blijven
in het ziekenhuis. Na de behandeling mocht klager muziek luisteren en televisie kijken, maar vanaf 22.00 uur kreeg klager ineens algehele beperkingen opgelegd. Klager had het toen heel moeilijk, omdat hij geen afleiding had. Hij wist ook niet tot
wanneer hij in het ziekenhuis moest blijven. In de p.i. mag klager gewoon televisie kijken. Daarnaast waren er constant twee DV&O-bewakers bij klager. Het was daarom niet noodzakelijk om hem algehele beperkingen op te leggen. Met name het niet
televisie
mogen kijken en geen radio luisteren was zwaar. De volgende dag om ongeveer 9.30 uur is klager weer teruggegaan naar de p.i.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Aanvankelijk zou klager voor de duur van zes uren opgenomen worden. Voor het ziekenhuisverblijf voor korte duur wordt bij DV&O een aanvraag ziekenhuisbewaking onder algehele
beperkingen ingediend. Dit conform het interne beleid in de p.i. De reden van dit beleid is dat in veel ziekenhuizen ook een internetfunctie zit op de televisies. Bij bijzondere omstandigheden kan opheffing van alle beperkingen worden verzocht, maar
van
deze bijzondere omstandigheden was vooraf geen sprake. Kennelijk hebben de DV&O-bewakers tot 22.00 uur de beperkingen niet strikt toegepast. Vanwege medische complicaties moest klager een nacht in het ziekenhuis verblijven en is de eerdere
DV&O-bewaking
afgelost door nieuwe DV&O-bewaking. Zij hebben de regels strikter nageleefd. De directeur heeft er begrip voor dat het erg vervelend is geweest dat de beperkingen vanaf 22.00 uur strikt werden toegepast. Een vergelijkbare situatie is eerder niet
voorgekomen en er had coulanter opgetreden kunnen worden. Naar aanleiding van deze zaak heeft de directeur intern overleg gehad. Het beleid is nog niet aangepast, maar er is wel aandacht voor.

3. De beoordeling
De directeur kan bepalen dat gedetineerden worden beperkt in het contact met de buitenwereld indien dit noodzakelijk is. Dit geldt ook tijdens een ziekenhuisopname die onder verantwoordelijkheid van de directeur plaatsheeft. Voordat de directeur tot
beperkingen beslist, dient hij een belangenafweging te maken. Van een dergelijke belangenafweging is in deze zaak niet gebleken. Dat het klager niet kon worden toegestaan van eventuele internetvoorzieningen gebruik te maken, acht de beroepscommissie op
voorhand redelijk. Maar dat doel kon ook op minder bezwarende wijze worden bereikt dan door de algehele beperkingen. Klager had immers 24 uurs bewaking en kon daardoor niets doen dat door zijn bewakers onopgemerkt zou blijven. In voornoemde
belangenafweging had dit aan de orde kunnen komen. Van de verdere noodzaak de overige beperkingen op te leggen, is niet gebleken. De directeur zag die noodzaak – achteraf – zelf ook niet. Het beroep en het onderliggend beklag zullen daarom gegrond
worden verklaard. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, komt klager een tegemoetkoming toe voor het ondervonden ongemak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag met nummer IJ2016-551 gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J. Schagen MA en mr. E. Lucas, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 4 mei 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven