Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4078/GA, 7 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/4078/GA

betreft: [klager datum: 7 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 december 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting Achterhoek, waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend (OH 2016/318),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere ruimte dan een strafcel wegens een positieve urinecontrole, op de
gronden
als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Ten onrechte is geen tegemoetkoming toegekend, omdat de uitslag van de urinecontrole niet geldig is en niet mag worden gebruikt. Klager vindt dat de disciplinaire straf dient te
worden verwijderd uit zijn dossier. Gedurende de opgelegde disciplinaire straf is hem driemaal geen luchtmoment aangeboden. Hij heeft dit meerdere keren aangegeven. Klager wil graag een tegemoetkoming voor de ten onrechte opgelegde disciplinaire straf
van vijf dagen en de drie dagen dat hem geen luchtmoment is aangeboden.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de beslissing van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen nu vast is komen te staan dat sprake is van een procedureel gebrek bij de afname van de urinecontrole. Het beroep zal dan ook gegrond
worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming toekennen van in totaal € 12,50.
Voor zover klager stelt dat hem gedurende de disciplinaire straf driemaal geen luchtmoment is aangeboden en voor zover hij stelt dat de disciplinaire straf uit zijn dossier dient te worden verwijderd, overweegt de beroepscommissie dat dit geen
onderdeel
uitmaakt van het beklag en derhalve in beroep evenmin aan de orde kan zijn. De beroepscommissie zal klager in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 12,50.
Zij verklaart klager voor het overige niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 7 april 2017

secretaris voorzitter

Naar boven