Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2918/GA, 19 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2918/GA

betreft: [klager] datum: 19 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. T.S.S. Overes namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 augustus 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. T.S.S. Overes om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter, voor zover daartegen beroep is ingesteld
Het beklag betreft de afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel ingaande op 23 maart 2016 om 20:00 uur en eindigend op 31 maart 2016 om 13:10 uur (VP 2016-000044).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is na zijn separatie afgezonderd in de eigen verblijfsruimte op 23 maart 2016. Op 24 maart 2016 heeft hij hieromtrent een schriftelijke mededeling ontvangen. De beklagrechter heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag
tegen de afzondering.
In zijn klaagschrift heeft klager de drie beslissingen waartegen hij beklag wilde indienen genoemd. Bij het rogatoir horen hebben klager en zijn raadsman gezien de haalbaarheid van de klachten beslist om enkel de klacht met betrekking tot de
afzondering door te zetten.
De beslissing tot afzondering in de eigen verblijfsruimte is genomen door een afdelingshoofd. Klager en zijn raadsman hebben bij het rogatoir horen herhaald tegen welke beslissing het beklag zich richt en de gronden aangevuld. Klager heeft het recht om
tijdens de hoorzitting de gronden aan te vullen.
Niet duidelijk is door wie de beslissingen van 23 maart 2016 en 24 maart 2016 zijn genomen en de vraag is of de beslissingen bevoegd zijn genomen. De beslissing van 23 maart 2016 is niet genomen door de directeur maar door een onbekend gebleven
afdelingshoofd en betreft een bewaardersarrest. Een bewaardersarrest is toegestaan voor de maximale duur van vijftien uur en die termijn is overschreden. De directeur heeft het bewaardersarrest niet verlengd. Klager is te laat gehoord met betrekking
tot
de afzondering. Niet gebleken is dat er sprake was van spoed of dat de gemoedstoestand van klager hiertoe aanleiding zou hebben gegeven. Niet vast te stellen is wat de duur van de kamerplaatsing is geweest. Ondeugdelijk en ontoereikend is gemotiveerd
op
welke grond de kamerplaatsing heeft plaatsgevonden.

De directeur heeft aanvankelijk het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

Bij tussenuitspraak van 14 maart 2017 heeft de beroepscommissie vragen aan de directeur gesteld en verzocht om vóór 25 maart 2017 de gevraagde nadere informatie schriftelijk aan de beroepscommissie te verstrekken.

Bij brief van 24 maart 2017 heeft de directeur aangevoerd dat allereerst wordt opgemerkt dat in het beklag kenbaar wordt gemaakt dat de klacht zich onder andere richt tegen de afzondering in de eigen verblijfsruimte. Klager is op 18 maart 2016
om 22.00 uur gesepareerd in verband met een verdenking jegens klager met betrekking tot (handel in) drugs. Bij klager is hasj gevonden met een straatwaarde van € 1.000,=. Voor de inrichting is duidelijk geworden dat klager in drugs handelt.
Aansluitend is klager op 23 maart 2016 om 20:00 uur afgezonderd in de eigen verblijfsruimte. Inmiddels was duidelijk geworden dat klager relatief grote hoeveelheden drug in bezit heeft gehad en heeft verhandeld. Om die reden is beslist om hem
tot zijn (spoed)overplaatsing - klager kon niet langer in de inrichting blijven - af te zonderen in de eigen verblijfsruimte. Klager is op 31 maart 2016 om 13.10 uur overgeplaatst naar de p.i. Vught. De beschikking ‘kamerafzondering’ dient begrepen te
worden als een ordemaatregel inhoudende afzondering in de eigen verblijfsruimte en is genomen door de heer M. die als vervanger van de directeur is aangewezen. Er is geen separaat verslag aanwezig anders dan de rapportage van de sociotherapeuten van de
afdeling. De afzondering heeft geduurd tot 31 maart 2016, 13:10 uur. De schriftelijke mededeling van afzondering is op 24 maart 2016 rond 17:30 uur aan klager uitgereikt. Klager is op 31 maart 2016 om 13:10 uur overgeplaatst.

3. De beoordeling
Zoals eerder is vermeld in de tussenuitspraak van 14 maart 2017 acht de beroepscommissie klager ten aanzien van de afzondering in de eigen verblijfsruimte ontvankelijk in het beklag, nu klager in het klaagschrift van 25 maart 2016 al de kopie van de
beslissing van de directeur van 24 maart 2016 heeft bijgevoegd waarbij hem de afzondering wordt opgelegd en klager in het klaagschrift heeft verwezen naar deze beslissing.

Uit het beroepschrift blijkt dat enkel beroep is ingesteld tegen de uitspraak van de beklagrechter voor zover deze betreft de niet-ontvankelijkverklaring van klager in het beklag gericht tegen de afzondering in de eigen verblijfsruimte ingaande
op 23 maart 2016 om 20:00 uur.

Uit de nadere informatie van de directeur van 24 maart 2017 volgt dat klager aanvankelijk in afzondering in de eigen verblijfsruimte is geplaatst op 23 maart 2016 om 20:00 uur, vervolgens door een afdelingshoofd dat tevens is aangewezen als
vervanger van de directeur op 24 maart 2016 om 17:30 uur is gehoord en dat de afzondering is beëindigd op 31 maart 2016 om 13:10 uur met klagers overplaatsing naar een andere inrichting.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan klagers afzondering in de periode van 23 maart 2016 vanaf 20:00 uur tot 24 maart 2016 17:30 uur ter zake waarvan geen schriftelijke mededeling aan klager is uitgereikt enkel worden aangemerkt als
bewaardersarrest in de zin van artikel 24, vierde lid, van de Pbw. Niet gebleken is echter dat de onverwijlde tenuitvoerlegging van de afzondering geboden was en daarbij komt dat het bewaardersarrest langer dan vijftien uur heeft geduurd. De
beroepscommissie zal derhalve op dit punt het beklag alsnog gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

Ten aanzien van de periode van afzondering vanaf 24 maart 2016, 17:30 uur tot 31 maart 2016, 13:10 uur is uit de nadere informatie van de directeur gebleken dat deze beslissing bevoegd is genomen door een daartoe aangewezen plaatsvervanger van
de directeur. Nu de afzonderingsmaatregel is opgelegd in verband met het aantreffen bij klager van een aanzienlijke hoeveelheid hasj en is opgelegd in afwachting van klagers overplaatsing naar een andere inrichting, zal de beroepscommissie het beklag
in
zoverre alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover gericht tegen de afzondering van klager van 23 maart 2016 vanaf 20:00 uur tot 24 maart 2016, 17:30 uur gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager in het beklag
en
verklaart het beklag op dit punt alsnog gegrond en kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van €5,=.

Zij vernietigt ten aanzien van de afzondering vanaf 24 maart 2016, 17:30 uur tot
31 maart 2016, 13:10 uur de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager alsnog in het beklag maar verklaart het beklag in zoverre ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat,
voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 april 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven