Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0106/GA, 7 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/106/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, betreffende de weigering om klagers sleutels te verstrekken aan klagers advocaat op 28 oktober 2016 (AB-2016-000799),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almere in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De beklagrechter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag zonder nadere inlichtingen in te winnen bij de directeur. Volgens de beklagrechter zou klager geen specifiek op hem van toepassing zijnde omstandigheden hebben genoemd
waartegen het beklag zou zijn gericht. Uit de reactie van de directeur op klagers beroep evenwel volgt dat de directeur anders dan de beklagrechter uit het beklag wel de specifieke feiten en omstandigheden haalt waartegen het beklag is gericht.

De directeur heeft aangegeven dat klager afwijkend van artikel 4.5.3 van de huisregels zich direct tot het bad heeft gericht om zijn huissleutels uit te voeren en dat zijn advocaat heeft getracht om die sleutels dezelfde dag op te halen terwijl klager
was bericht dat dit pas de week daarop zou kunnen plaatsvinden. De afhandeling van het verzoek om uitvoer was nog niet afgerond. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de directeur, gelet op het bepaalde in artikel 4.5.3 van de huisregels, geen
verwijt worden gemaakt dat klagers sleutels niet op het door klager gewenste moment zijn uitgevoerd.
Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvangen in het beklag, maar het beklag ongegrond verklaren.

2. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager alsnog in het beklag maar verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 april 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven