Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4288/GA, 7 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/4288/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
a. het niet (tijdig) beantwoorden van (een) spreekbriefje(s) (VU-2016-001758),
b. het niet mogen douchen na de arbeid (VU-2016-001759) en
c. de hoogte van het arbeidsloon (VU-2016-001760).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.

a.
Klager is in het bezit van het verzoekbriefje van 29 juni 2016. Een gevangenismedewerkster heeft klager op 4 juli 2016 geïnformeerd dat het afdelingshoofd niet met hem wil praten. Op 4 augustus 2016 is klager pas op transport gezet. Er was dus tijd
genoeg om met hem te praten.

b.
Het is verboden na de arbeid te douchen. Het is niet fijn om, door hoge temperaturen tussen de 24 en 36 graden Celsius, de stank van het zweet te ruiken en jezelf te moeten krabben door zweet en stof.

c.
Klagers uurloon is te laag. Medegedetineerden krijgen meer betaald. Bovendien zijn de prijzen van verschillende levensmiddelen gestegen, maar is het uurloon niet meegestegen.

De directeur heeft gepersisteerd bij het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
a.
Klagers sprekersbriefje dateert van 29 juni 2016. Op 4 juli 2016 heeft een gevangenismedewerkster klager medegedeeld dat het afdelingshoofd niet met hem zal spreken. Het klaagschrift dateert van 17 juli 2016. Ingevolge artikel 61, vijfde lid, Pbw wordt
het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft genomen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen ingediend. Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beklag ingesteld. Het beroep zal
ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met wijziging van de gronden.

b.
De alleensprekende beklagrechter heeft klager in al zijn klaagschriften niet-ontvankelijk verklaard zonder daarbij in de beoordeling de gronden met betrekking tot klacht 1759 mee te nemen. De beroepscommissie zal deze omissie herstellen.

De directeur stelt dat er geen algemene regel bestaat dat gedetineerden na de arbeid niet mogen douchen. Een douchepas wordt door de arbeid uitgereikt aan gedetineerden die in aanraking komen met vuile werkzaamheden. Klager is werkzaam geweest op de
wasserijafdeling, is niet in aanraking geweest met vuile was en hem is daarom niet de gelegenheid geboden te douchen. Deze beslissing kan niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van
de beklagrechter zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden.

c.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met deels wijziging en aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
S.C. Vogel, secretaris, op 7 april 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven