Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0985/GB, 14 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/985/GB

Betreft: [klager] datum: 14 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 maart 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Van klager zijn op 4 april, 10 april, 12 april en 14 april 2017 aanvullingen op het beroep ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 20 april 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 20 maart 2017 is klager opgeroepen zich op 20 april 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard voor het ondergaan van 120 dagen gevangenisstraf. Op 21 maart 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 22 maart 2017
ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager stelt, gelet op zijn gezinsproblematiek en het werk van zijn kinderen dat op het spel staat, niet detentiegeschikt te zijn. Klager moet op 25 april 2017 een operatie ondergaan, opdat hij zijn
arm beter kan gebruiken en minder pijn zal hebben. Hij zal na zijn operatie vijf maanden met zijn arm in een mitella moeten lopen, waardoor hij zijn schouder en arm niet kan bewegen en daarom vijf maanden persoonlijke zorg nodig heeft bij het wassen en
aankleden. Daarna zal hij nog een keer een operatie aan diezelfde arm moeten ondergaan. Klager is ook in behandeling voor zijn darmproblemen en boezemfibrilleren. Klager heeft bij de psychiater afspraken staan op 10 en 20 april 2017. Klager krijgt op 8
mei 2017 een onderzoek, hartkatheterisatie, vanwege aanhoudende klachten aan zijn hart. Klagers zoon is autistisch en heeft, na lange tijd niet in staat te zijn geweest te werken, eindelijk een baan. Klagers dochter is vanwege het door klager gepleegde
misdrijf gepest en heeft daardoor haar opleiding niet kunnen afmaken. Zij heeft sinds kort een baan, waarbij zij nog in haar proeftijd zit. Klagers vrouw heeft zowel lichamelijke als geestelijke problemen, zoals reuma en depressie. Klagers vrouw krijgt
op 18 april 2017 een ingreep aan haar maag. Klager verzoekt uitstel van detentie of omzetting van zijn detentie in elektronische detentie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 16 maart 2017 heeft de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA) advies uitgebracht. Hierin staat dat klager detentiegeschikt is. De zorg die klager nodig
heeft,
kan vanuit detentie geboden worden. De afdeling IMA heeft nog een aanvullend advies opgevraagd over de lopende medische omstandigheden. De afdeling IMA heeft bericht dat ondanks een rappel geen reactie is binnengekomen van de orthopeed. Onvoldoende is
aangetoond dat de medische afspraken en handelingen die nu gaande zijn, niet tijdens detentie kunnen plaatsvinden of na detentie voortgezet kunnen worden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Sittard is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit het advies van de IMA van 16 maart 2017 volgt dat de medisch adviseur klager detentiegeschikt acht. Volgens de medisch adviseur heeft de specialist de lichamelijke klachten bij nader onderzoek niet geobjectiveerd. Dat maakt dat geen
diagnose
is gesteld waaruit lichamelijke beperkingen zijn gebleken. Vanwege psychische klachten is klager voor behandeling verwezen. Deze klachten kunnen binnen detentie ook worden behandeld. De afdeling IMA heeft nog een aanvullend advies opgevraagd over de
lopende medische omstandigheden. De afdeling IMA heeft bericht dat ondanks een rappel geen reactie is binnengekomen van de orthopeed. Onvoldoende is aangetoond dat de medische afspraken en handelingen die nu gaande zijn, niet tijdens detentie kunnen
plaatsvinden of na detentie voortgezet kunnen worden. Hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn vrouw en kinderen, is onvoldoende feitelijk onderbouwd.

4.4. De beroepscommissie heeft voorts kennisgenomen van klagers verzoek in aanmerking te komen voor elektronische detentie. De selectiefunctionaris is niet bevoegd een dergelijke beslissing te nemen.

4.5. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 14 april 2017

secretaris voorzitter

Naar boven