Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4110/GA, 13 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 16/4110/GA

betreft: [klager] datum: 13 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. S.T. van Berge Henegouwen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught (VU 2016/002037),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verzending van klagers post door de p.i. Vught.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het is de taak van de inrichting om een deugdelijk postregistratiesysteem te hanteren. Klager heeft nadeel ondervonden door het niet, dan wel niet
tijdig
verzenden van zijn aangetekende post aan zijn raadsman.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft op zondag 11 september 2016 een aangetekende brief aan een medewerker voor verzending aangeboden. Op maandag 12 september 2016 is de aangetekende brief afgeleverd voor verzending bij de postafdeling, zijn de portokosten bij klager
afgeschreven en heeft klager een verzendbewijs ontvangen. Op grond hiervan oordeelt de beroepscommissie dat de post tijdig is verzonden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met
aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
S.C. Vogel, secretaris, op 13 maart 2017

secretaris voorzitter

Naar boven