Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0763/JAT, 10 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/763/JAT (tegemoetkoming)

Betreft: [klager] datum: 10 maart 2017

UITSPRAAK

van de beroepscommissie als bedoeld in artikel artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj).

[...], geboren op [1996], hierna klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van 7 maart 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse tot ongegrondverklaring van zijn
beklag, inhoudende de verlenging van klagers plaatsing op een afdeling voor intensieve behandeling ex artikel 22b, tweede en derde lid, Bjj voor de duur van drie maanden ingaande op 31 december 2015.

Bij uitspraak RSJ 25 juli 2016, 16/763/JA is omdat geen advies van een psychiater of een directe verwijzing daarnaar bij de stukken was gevoegd en niet aannemelijk was geworden dat ten tijde van de beslissing het noodzakelijk was om klagers verblijf op
de afdeling voor intensieve zorg voort te zetten klagers beroep gegrond verklaard en daarbij tevens bepaald dat de beroepscommissie in een afzonderlijke beslissing zal bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

De directeur heeft daarna opnieuw klagers plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg ex artikel 22b, tweede en derde lid, Bjj voor de duur van drie maanden ingaande op 28 juli 2016 verlengd. Door de beklagrechter is het beklag gegrond verklaard
omdat de verlengingsbeslissing te laat is genomen en aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 21,=. De directeur heeft tegen deze uitspraak inhoudelijk beroep - ten aanzien van de toegekende tegemoetkoming zijn geen gronden aangevoerd - ingesteld
dat door de beroepscommissie ongegrond is verklaard, RSJ 1 februari 2017, 16/4077/JA.
De beroepscommissie heeft de uitspraak van de beklagrechter bevestigd en de gronden aangevuld. Het beklag is tevens gegrond verklaard omdat een advies van een psychiater of een directe verwijzing naar een dergelijk advies ontbrak en het niet (willen)
verstrekken van een dergelijk advies of directe verwijzing naar een dergelijk advies in strijd is met het in artikel 6 van het EVRM verwoorde rechtsbeginsel ‘equality of arms’.

Beoordeling
Gelet op de uitspraak RSJ 25 juli 2016, 16/763/JA, moet worden geoordeeld dat klagers verblijf op een afdeling voor intensieve zorg zonder voorafgaand advies van een psychiater of een directe verwijzing naar een dergelijk advies en zonder dat
aannemelijk was geworden dat het noodzakelijk was om klagers verblijf op de afdeling voor intensieve zorg voort te zetten ten onrechte is verlengd. Gelet daarop acht de beroepscommissie termen aanwezig voor een financiële tegemoetkoming. De
beroepscommissie stelt de hoogte van die tegemoetkoming vast op € 50,=.

Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. Drs. L.C. Mulder en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven