Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4232/GA, 10 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/4232/GA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle, betreffende de vermissing van klagers kleding
(Z1-2016-0386),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Zwolle in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klager heeft zijn waszak voor bewassing aangeboden bij een afdelingsreiniger. Ingevolge het bepaalde in de huisregels kan particuliere kleding op eigen risico voor bewassing aan de afdelingsreiniger worden aangeboden. Klager stelt dat hij op 2 augustus
2016 zijn waszak aan de afdelingsreiniger heeft afgegeven, dat hij op 2 augustus 2016 op transport is gegaan en dat hij zijn waszak met kleding niet heeft teruggekregen.
Uit onderzoek door het personeel is gebleken dat een andere gedetineerde zich de waszak van klager heeft toegeëigend.
Ook al heeft klager de kleding voor bewassing op eigen risico afgegeven, hij mocht er toch van uitgaan dat met de nodige zorgvuldigheid met zijn kleding zou worden omgesprongen.
Dat de waszak nadat de kleding was gereinigd door een ander is meegenomen die daarvoor van klager geen toestemming had gekregen, getuigt ervan dat onvoldoende toezicht is gehouden op het afgeven van de waszak van klager.
Naar het oordeel van de beroepscommissie valt de diefstal van een waszak dan ook niet onder het risico dat door klager is genomen op het moment dat hij zijn waszak op bovenbeschreven wijze aanbood.

Klager kan dan ook ontvangen worden in zijn klacht. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren en het beklag gegrond verklaren.
Nu niet op eenvoudige wijze kan worden bepaald welke de waarde van de door klager gemiste kleding heeft, zal klager een tegemoetkoming worden toegekend in verband met het door hem geleden ongemak.

2. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, verklaart het beklag gegrond, en kent klager een tegemoetkoming toe van € 15,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven