Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3981/GA, 10 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3981/GA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 17 oktober 2016 van de beklagcommissie bij de p.i. Alphen aan den Rijn, gegeven op een klacht van [...],

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het als gevolg van een fout van het personeel niet aanstellen van klager als keukenhulp (AR-2016-0677).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van € 15,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De directeur heeft erkend dat er een fout is gemaakt, maar klager is nooit de mogelijkheid ontnomen om arbeid te verrichten. Nu klager reguliere
arbeid verrichtte, heeft de directeur aan zijn zorgplicht voldaan. Een gedetineerde heeft geen recht op een baantje. De gemaakte fout is geen door of namens de directeur genomen beslissing.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat de beslissing wie in aanmerking komt voor de functie van keukenhulp door of namens de directeur wordt genomen. Nu de directeur heeft erkend dat klager aangesteld had moeten worden als keukenhulp maar dit niet is
gebeurd
wegens een fout van het personeel dient de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal
ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven