Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3560/GB, 16/3587/GB en 16/3588/GB, 7 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3560/GB, 16/3587/GB en 16/3588/GB

Betreft: [klager] datum: 7 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de op 11, 17 en 18 oktober 2016 genomen beslissingen van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissingen
a. De selectiefunctionaris heeft op 11 oktober 2016 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing van 23 september 2016 klager te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad (16/3560/GB);
b. De selectiefunctionaris heeft op 17 oktober 2016 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 oktober 2016 klager te selecteren voor de gevangenis van de p.i. Sittard (16/3588/GB);
c. De selectiefunctionaris heeft op 18 oktober 2016 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de uitplaatsing van klager uit de p.i. Sittard en het bezwaar gericht tegen de beslissing van 10 oktober 2016 klager te selecteren voor
de gevangenis van de p.i. Vught ongegrond verklaard (16/3587/GB).

2. De feiten
Klager was sedert 8 mei 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan den Rijn. Op 22 september 2016 is hij geselecteerd voor overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 23
september 2016 is hij geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Lelystad. Op 4 oktober 2016 is klager geselecteerd voor de p.i. Sittard. Op 10 oktober 2016 is klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Vught. Op 2 december 2016 is klager in
vrijheid gesteld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is in een tijdsbestek van drie weken vier keer overgeplaatst, van de p.i. Alphen aan den Rijn naar de p.i. Zuyderbos en vervolgens naar de p.i. Lelystad, de p.i. Sittard en de p.i. Vught.
Klager betwist dat er overeenstemming met de selectiefunctionaris zou zijn bereikt over een plaatsing van klager in de p.i. Sittard. Klager is door de selectiefunctionaris voor het blok gezet door te stellen dat klager niet terug kon keren naar de p.i.
Alphen aan den Rijn en de p.i. Zuyderbos, terwijl de p.i. Lelystad gezien de grootte van de afdeling ongeschikt voor hem was. De selectiefunctionaris heeft gesteld dat de p.i. Sittard de enig mogelijke geschikte inrichting voor klager was. Door onder
die omstandigheden akkoord te gaan met een plaatsing in de p.i. Sittard heeft klager geen afstand gedaan van zijn wens om te worden teruggeplaatst in de p.i. Zuyderbos. Klager heeft daarom nog steeds belang bij een inhoudelijke behandeling van zijn
bezwaar. Klager wordt buiten zijn schuld telkens geplaatst in een inrichting waar hij niet gewenst is en zonder tevoren deugdelijk onderzoek te doen.
De selectiefunctionaris heeft er een potje van gemaakt. Het is onbestaanbaar dat klager in de p.i. Sittard is geplaatst zonder dat de selectiefunctionaris wist dat zich in de p.i. Sittard een gedetineerde verbleef die zich eerder door klager bedreigd
heeft gevoeld. Klager ontkent in de p.i. Sittard medegedetineerden te hebben geïnformeerd omtrent “het verraad van de gedetineerde”.
In de p.i. Sittard is klager doorlopend op een ordemaatregel geplaatst. Vanuit dat perspectief heeft klager verzocht om overplaatsing. De overplaatsing is dus niet zijn vrijwillige keuze geweest. Klager meent dat er voldoende andere mogelijkheden
waren,
waaronder een plaatsing in de p.i. Groot Alphen en de p.i. Zuyderbos. De selectiefunctionaris had rekening moeten houden met klagers voorkeur, ook gelet op zijn bezoek dat met name uit Amsterdam afkomstig is. Klager verzoekt om een financiële
tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissingen als volgt toegelicht. Op 23 september 2016 heeft de p.i. Zuyderbos de selectiefunctionaris benaderd met de stelling dat in de inrichting gedetineerden verblijven die een plaatsing van
klager in de p.i. Zuyderbos onmogelijk maken. Het GRIP heeft de ongewenste situatie bevestigd. Klager is daarna overgeplaatst naar de p.i. Lelystad. Op 30 september 2016 heeft de advocaat van klager per mail bericht dat hij de stand van zaken met
klager
had besproken en een plaatsing in de p.i. Sittard het beste alternatief acht, ook nu klager weet dat plaatsing in de p.i. Zaanstad niet binnen afzienbare tijd realiseerbaar is. De selectiefunctionaris meent dat uit het mailbericht blijkt dat er
overeenstemming is bereikt over de overplaatsing van klager vanuit de p.i. Lelystad naar de p.i. Sittard. Ook blijkt hieruit dat klager een voorkeur had voor de p.i. Zaanstad en niet voor de p.i. Zuyderbos. De selectiefunctionaris bestrijdt dat in
strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel is gehandeld.
Uit het selectieadvies van de directeur van de p.i. Sittard komt naar voren dat op 6 oktober 2016 een onderzoek is ingesteld naar de veiligheid van klager en medegedetineerden. Gebleken is dat klager in de inrichting verblijft met een medegedetineerde
die destijds voor zijn veiligheid was overgeplaatst van de p.i. Groot Alphen naar de p.i. Sittard. Om een confrontatie tussen klager en de desbestreffende medegedetineerde te voorkomen, is klager voorgesteld hem tijdelijk te plaatsen in de hvb-afdeling
van de inrichting, waar klager aan het programma kan deelnemen. Klager weigerde pertinent, waarna klager een ordemaatregel is opgelegd in afwachting van zijn herselectie. Klager bestrijdt niet dat hij heeft aangegeven de p.i. Sittard te willen
verlaten.
De selectiefunctionaris heeft rekening gehouden met de inrichtingen waar klager niet geplaatst wilde worden. Na overleg met het meldpunt GRIP is klager geplaatst in de p.i. Vught.

4. De beoordeling
Hoewel klager op 2 december 2016 in vrijheid is gesteld, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen nu namens klager om een financiële tegemoetkoming is verzocht.

a.
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar en daarbij verwezen naar de overeenstemming die de selectiefunctionaris met klagers advocaat zou hebben gehad over een plaatsing van klager in de p.i. Sittard. De
beroepscommissie volgt dit standpunt in die zin dat het bezwaar van klager tegen zijn plaatsing in de p.i. Lelystad kennelijk is gevolgd. Blijkens het bezwaarschrift van 29 september 2016 bestond dit bezwaar er onder meer uit dat de p.i. Lelystad
ongeschikt voor klager was nu hij slechts geschikt is voor plaatsing op een kleine overzichtelijke afdeling. De selectiefunctionaris heeft derhalve terecht overwogen dat klager geen belang meer heeft bij een verdere inhoudelijke beoordeling van het
bezwaar. Het beroep van klager zal daarom ongegrond worden verklaard.

b.
Tijdens klagers verblijf in de p.i. Lelystad heeft het MDO het dringende advies gegeven klager in een kleinere setting te plaatsen en daarbij de wensen van klager en zijn advocaat te betrekken. Uit de stukken is gebleken dat tussen klager en de
selectiefunctionaris overleg heeft plaatsgevonden en dat plaatsing in de p.i. Sittard als het beste alternatief is bevonden. Niettemin is later gebleken dat een samenplaatsing van klager met een medegedetineerde in de p.i. Sittard op bezwaren stuitte.
Klager verwijst hiernaar in zijn bezwaarschrift van 7 oktober 2016. Zijn bezwaren zijn in die zin gevolgd, doordat hij op 10 oktober 2016 is geselecteerd voor de p.i. Vught. Gelet hierop heeft de selectiefunctionaris terecht overwogen dat klager geen
belang meer heeft bij een verdere inhoudelijke beoordeling van het bezwaar. Het beroep van klager zal daarom ongegrond worden verklaard.

c.
De initiële beslissing betreft de beslissing van 10 oktober 2016 klager te selecteren voor de gevangenis van de p.i. Vught. Blijkens het selectieadvies van de directeur van de p.i. Sittard stuitte een samenplaatsing van klager met een medegedetineerde
aldaar op bezwaren. De medegedetineerde die het betreft is eerder vanuit de p.i. Alphen aan den Rijn voor zijn eigen veiligheid naar de p.i. Sittard overgeplaatst wegens een voorval met klager. Klager zou andere gedetineerden hebben ingelicht dat hij
verraden zou zijn door deze medegedetineerde en ook niet hebben meegewerkt aan een tijdelijke oplossing. Gelet hierop heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen oordelen dat een voortgezet verblijf van klager in de p.i. Sittard niet mogelijk
is en na overleg met het GRIP kunnen beslissen klager te plaatsen in de p.i. Vught. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 7 maart 2017

secretaris voorzitter

Naar boven