Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3484/GA, 13 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:13-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3484/GA

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [...],

verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 oktober 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de Locatie Zuyder Bos,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 januari 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de Locatie Zuyder Bos.
Na de zitting is de selectiebeslissing van 5 september 2016 van de selectiefunctionaris opgevraagd en ontvangen. Een afschrift hiervan is naar partijen gestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het niet aanwezig zijn van een naar behoren werkende afzuigkap in de werkzaal (ZB-2016/625);
b. het gedrag van de werkmeester (ZB-2016/625);
c. de omstandigheid dat klager na zijn overplaatsing van Locatie Zuyder Bos naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein niet op de extra zorgvoorziening (hierna EZV) afdeling werd geplaatst (ZB-2016/726).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht - zakelijk weergegeven -.
a. Klager stelt zich op het standpunt dat hij wel ontvankelijk is in zijn beklag. De beslissing om niets te doen met de klacht dat er in de werkzaal geen goed werkende afzuigkap voorhanden is, is een beslissing van de directeur, die daarmee dus
beklagwaardig is. De medische dienst heeft aangegeven dat er een afzuiginstallatie moet zijn voor de fijnstof die van sponsen afkomstig is. Klager heeft dit tegen de werkmeester gezegd. Volgens de werkmeester zuigt de afzuigkap het ene moment en het
andere moment blaast hij juist lucht. Hierdoor wordt fijnstof, afkomstig van het verpakken van schuursponsjes, de afdeling op geblazen. De stof wordt ingeademd door de aanwezigen in de werkzaal en dit is merkbaar aan de longen.
Nadat de directeur een door klager ondertekende intrekking van de klacht overlegt, erkent klager dat hij de klacht destijds heeft ingetrokken. Reden hiervoor was de spoedige overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein en de ervaring dat er zelden iets met
klachten gebeurt. De klacht betreft een ernstige situatie en klager wenst deze dan ook te handhaven.

b. Klager stelt zich op het standpunt dat hij wel ontvankelijk is in zijn beklag. De beslissing om niets te doen met de klacht over het handelen van de werkmeester is een beslissing van de directeur, die daarmee dus beklagwaardig is. Het personeel
handelt namens de directeur.

c. Klager stelt zich op het standpunt dat hij wel ontvankelijk is in zijn beklag. Op donderdag 8 september 2016 werd hij overgeplaatst van de EZV-afdeling in de Locatie Zuyder Bos naar de p.i. Nieuwegein. Hij werd de maandag of dinsdag daarna
opgeroepen om zich te melden bij de afdeling bevolking in de p.i. Nieuwegein. Hoewel klager daar vertelde dat hij horizontaal overgeplaatst diende te worden en dus op de EZV-afdeling diende te worden geplaatst, werd hem verteld dat men niet van Locatie
Zuyder Bos had vernomen dat klager op die afdeling geplaatst moest worden. De dag waarop klager dit vernam is de dag waarop de beklagtermijn is gaan lopen. Klager heeft zijn klaagschrift de woensdag of donderdag na het bezoek aan de afdeling bevolking
ingediend en is daarmee dus ruimschoots op tijd geweest.
Klager heeft twee maanden op de verkeerde afdeling gezeten. Klager heeft van de p.i. Nieuwegein te horen gekregen dat de fout, dat niet was doorgegeven dat klager op de EZV-afdeling moest worden geplaatst, bij Locatie Zuyder Bos ligt en dat een klacht
daaromtrent dus bij die inrichting ingediend moest worden.
In de beslissing van de selectiefunctionaris, strekkende tot overplaatsing van klager van de Locatie Zuyder Bos naar de p.i. Nieuwegein, is het advies opgenomen om hem aldaar op de EZV-afdeling te plaatsen. Klager heeft die beslissing nog wel maar nu
niet bij zich.
Als blijkt dat de p.i. Nieuwegein een fout heeft gemaakt, dient de klacht van klager zo te worden opgevat dat deze gericht is tegen de p.i. Nieuwegein.

De directeur heeft daarop - zakelijk weergegeven - als volgt gereageerd.
a. Primair dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. Klager heeft zijn klacht op 8 september 2016 ingetrokken middels het daarvoor bestemde intrekkingsformulier. De directeur heeft het betreffende intrekkingsformulier
overgelegd aan de beroepscommissie. Subsidiair is het onjuist dat de afzuiginstallatie lucht de werkzaal in blaast. Wel kan het zo zijn dat er een installatie is die voor de toevoer van frisse lucht zorgt. Het betreft een luchtbalanssysteem. De
afzuiginstallatie waarover klager klaagt is echter in orde.

b. Primair dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag, nu de bejegening van gedetineerden door het personeel niet openstaat voor beklag. Subsidiair doet het personeel het werk naar beste kunnen en staat het de werkmeester
vrij om gedetineerden aan te sporen het werktempo te verhogen.

c. Primair dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag, omdat hij te laat was met het indienen van zijn klacht. Subsidiair geldt dat de fout niet bij de Locatie Zuyder Bos ligt, maar bij de p.i. Nieuwegein. Locatie Zuyder Bos
levert informatie over de gedetineerde aan bij de selectiefunctionaris. Deze besluit vervolgens waar de gedetineerde moet worden geplaatst. Klager heeft de beschikking van de selectiefunctionaris gekregen. Als daarin inderdaad het advies is opgenomen
dat klager op de EZV-afdeling van de p.i. Nieuwegein moet worden geplaatst, dan heeft de p.i. Nieuwegein een fout gemaakt. Locatie Zuyder Bos doet weliswaar aan collegiale overdracht, maar bepaalt niet voor de nieuwe inrichting op welke afdeling een
gedetineerde geplaatst moet worden.

3. De beoordeling.
a. De beroepscommissie overweegt dat klager zijn klacht, blijkens het ter zitting overgelegde intrekkingsformulier, op 8 september 2016 heeft ingetrokken. Gelet hierop dient klager niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard.

b. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

c. Gelet op het bepaalde in artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen ingediend te worden. Klager
is op 8 september 2016 overgeplaatst naar de p.i. Nieuwegein. Gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht acht de beroepscommissie het aannemelijk dat klager, op of rond 13 september 2016 van de afdeling bevolking van de p.i. Nieuwegein heeft
vernomen dat hij niet op de EZV-afdeling zou worden geplaatst. Nu het op 16 september 2016 gedateerde klaagschrift op 20 september 2016 is ontvangen op het secretariaat van de commissie van toezicht, is het klaagschrift tijdig ingediend en zal de
beroepscommissie klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
Uit de selectiebeslissing van 5 september 2016 blijkt dat de selectiefunctionaris de directeur van de p.i. Nieuwegein heeft geadviseerd om klager onder te brengen op de EZV-afdeling.
De beroepscommissie acht het gelet hierop aangewezen om de behandeling van de klacht te verwijzen naar de beklagcommissie bij de p.i. Nieuwegein.

4. De uitspraak.
a. (Defecte afzuigkap)
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

b. (Gedrag van de werkmeester)
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

c. (Het niet plaatsen op de EZV-afdeling)
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag. De beroepscommissie verwijst de klacht naar de beklagcommissie van de p.i. Nieuwegein voor verdere behandeling en afdoening.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, mr. E. Lucas en J. Schagen MA., leden, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Jansen, secretaris, op 13 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven