Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3740/GA, 21 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3740/GA

betreft: [klager] datum: 21 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.K. Bhadai, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 oktober 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Groot Alphen in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.K. Bhadai om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 40,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het zoekraken van het dagboek van klagers echtgenote in de inrichting, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren en de beslissing van de beklagcommissie te vernietigen. De tegemoetkoming is te gering. De beklagcommissie heeft geen rekening gehouden met de
emotionele
waarde, minimaal € 5.000,=, van het dagboek. Er staan geschriften in die niet vervangbaar zijn in verband met het niet meer bestaan van de schrijvers. De beklagcommissie is uitgegaan van een financiële waarde van aanschaf van een eenvoudig dagboek.
Klager heeft slapeloze nachten en enorm veel stress overgehouden aan het verlies van het dagboek.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager is door de beklagcommissie al in het gelijk gesteld. Verzocht wordt om het beroep in zoverre niet-ontvankelijk te verklaren. De door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming is redelijk.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat het beklag door de beklagcommissie gegrond is verklaard en dat voor klager daartegen geen rechtsmiddel openstaat. Mocht klagers raadsman bedoeld hebben beroep in te stellen tegen de gegrondverklaring van het beklag
dan kan de beroepscommissie klager in zoverre niet in het beroep ontvangen.
In beroep is gevraagd om een tegemoetkoming toe te kennen waarbij rekening wordt gehouden met de emotionele waarde van het zoekgeraakt dagboek die minimaal € 5.000,= zou bedragen.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is de immateriële schade niet eenvoudig vast te stellen en kan dit derhalve niet meewegen bij de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie kan zich verenigen met de door de
beklagcommissie toegekende tegemoetkoming in verband met het door klager ondervonden ongemak. Het beroep zal dan ook in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dat gericht zou zijn tegen de gegrondverklaring van het beklag en verklaart het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming ongegrond en bevestigt in zoverre de
uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven