Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3201/GA, 10 februari 2017, schorsing
Uitspraakdatum:10-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3201/GA

betreft: Klager datum: 10 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Sittard in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager is bedreigd met plaatsing in een isoleercel om zo op een meerpersoonscel (mpc) geplaatst te worden en de plaatsing van klager op een mpc van 12 augustus 2016 tot en met 15 augustus 2016 (G-2016-0426).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag voor wat betreft de dreigende plaatsing in een isoleercel op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagrechter heeft niet beslist op het beklag voor wat
betreft de plaatsing van klager op een mpc.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het klaagschrift is gericht tegen het feit dat klager onder dwang en dreiging op een mpc geplaatst zou worden. Klager is op een mpc geplaatst van 12
augustus
2016 tot en met 15 augustus 2016.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag voor wat betreft de dreigende plaatsing in een isoleercel is de beroepscommissie van oordeel dat geen sprake is van een door of namens de directeur genomen beslissing waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw
beklag kan worden ingesteld. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal in zoverre worden bevestigd met wijziging van de gronden.

Ten aanzien van het beklag voor wat betreft de plaatsing van klager op een mpc overweegt de beroepscommissie als volgt. De beklagcommissie heeft geen oordeel gegeven over dit onderdeel van het beklag. Om proceseconomische redenen zal de
beroepscommissie
als eerste en enige instantie op dit beklag beslissen.

Op grond van artikel 20 en 21 van de Pbw in samenhang bezien met artikel 11a, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kan de directeur aan een gedetineerde die in een regime van algehele of beperkte
gemeenschap
is geplaatst, een voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemde verblijfsruimte (meerpersoonscel) toewijzen, tenzij de gedetineerde daarvoor ongeschikt wordt geacht.

Klager heeft van 12 augustus 2016 tot en met 15 augustus 2016 op een mpc verbleven. Op 17 augustus 2016 heeft het psycho-medisch overleg een contra-indicatie voor plaatsing op een mpc afgegeven. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur in
redelijkheid heeft kunnen beslissen klager op een mpc te plaatsen, nu in die periode geen sprake was van het bestaan van een contra-indicatie. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag voor wat betreft de dreigende plaatsing in een isoleercel ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beklag voor wat betreft de plaatsing van klager op een mpc van 12 augustus 2016 tot en met 15 augustus 2016 ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 10 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven