Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3479/GA, 7 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3479/GA

betreft: [klager] datum: 7 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de Locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 3 oktober 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de Locatie Zuyder Bos,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 januari 2017, gehouden in Justitieel Centrum Zaanstad is gehoord de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de Locatie Zuyder Bos.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag (nummer 2016/637) betreft het feit dat klager tijdens de arbeid op cel moet verblijven terwijl hij arbeidsongeschikt is en de AO-ruimte is afgekeurd.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht - zakelijk weergegeven -.
Verwezen wordt naar de inhoud van het beroepschrift. De AO-ruimte is fors aangepast. De ruimte is aantrekkelijker gemaakt, onder andere door het aanbrengen van muurschilderingen en de aanschaf van nieuwe spellen en meubels. Er kan worden geluisterd
naar
de radio, soms kan er televisie worden gekeken en er wordt koffie en thee verstrekt vanuit de arbeidszaal. De beroepscommissie heeft in haar uitspraak RSJ 27 september 2016, 16/2844/GA en 16/2826/GA geoordeeld dat de AO-ruimte thans voldoet en dat het
verblijf aldaar tijdens de activiteit arbeid volstaat als vervangend programma. Het is redelijkerwijs niet mogelijk om arbeidsongeschikte gedetineerden een uitgebreider vervangend programma aan te bieden, nu hiervoor onvoldoende personeel kan worden
vrijgemaakt. De keuze is aan klager; of hij verblijft tijdens de vier uur durende activiteit arbeid in de AO-ruimte, of hij verblijft gedurende die tijd ingesloten in de eigen verblijfsruimte. Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren en het
beklag alsnog ongegrond te verklaren.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Volgens het bepaalde in artikel 21van de Pbw houden in een regime van beperkte gemeenschap gedetineerden die niet gemeenschappelijk aan de activiteiten deelnemen zich op in de voor hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke onderbrenging van
gedetineerden bestemde verblijfsruimte. Deze regel geldt echter niet voor gedetineerden die in het regime van beperkte gemeenschap verblijven en door structurele omstandigheden, zoals arbeidsongeschiktheid voor onbepaalde tijd, niet aan de arbeid
kunnen
deelnemen (vgl. RSJ 2 februari 2015, 14/3586/GA). De directeur heeft ten aanzien van deze gedetineerden de inspanningsverplichting hen in staat te stellen zich gedurende de arbeidsuren buiten hun verblijfsruimte op te houden en hen zoveel mogelijk een
vervangend programma aan te bieden.

Klager verbleef in een regime van beperkte gemeenschap en kon door structurele arbeidsongeschiktheid niet deelnemen aan de arbeid. Vast staat dat de directeur klager tijdens arbeidsuren een vervangend programma aanbiedt in de daarvoor bestemde
AO-ruimte. In die ruimte kunnen gedetineerden verblijven om spelletjes te spelen, te lezen, te studeren of naar de radio te luisteren. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dit een vorm van recreatie en biedt de directeur klager hiermee een
afdoende vervangend programma aan (vgl. RSJ 27 september 2016, 16/2844/GA en 16/2826/GA). Klager kan ervoor kiezen niet deel te nemen aan dit programma. De consequentie is dan dat hij wordt ingesloten in de eigen verblijfsruimte.

Voor wat betreft de geschiktheid van de AO-ruimte overweegt de beroepscommissie dat deze, anders dan door klager wordt beweerd, niet meer afgekeurd is nadat daar aanpassingen zijn gedaan.

Het beroep van de directeur zal gelet op het voorgaande gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, mr. E. Lucas en J. Schagen MA., leden, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Jansen, secretaris, op 7 februari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven