Nummer: 17/175/GB
Betreft: [klager] datum: 2 februari 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 januari 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 24 februari 2017 te melden in Justitieel Complex Zaanstad ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 5 januari 2017 is klager opgeroepen zich op 24 februari 2017 te melden in Justitieel Complex Zaanstad voor het ondergaan van in totaal 42 dagen principale hechtenisstraf. Op 10 januari 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op
16 januari 2017 ongegrond is verklaard.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is sinds kort werkzaam bij een nieuwe werkgever. Het is niet mogelijk om 42 dagen verlof op te nemen. Klager vraagt zich af of het mogelijk is de melddatum te
verplaatsen naar 1 augustus 2017. Hij is dan langer in dienst bij zijn werkgever en hij zal dan wel 42 dagen verlof kunnen opnemen. Indien klager zich op 24 februari 2017 moet melden, zal dit ten koste gaan van zijn baan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft de selectiefunctionaris klager bericht dat de opgelegde straf niet kan worden omgezet in een
geldboete of een taakstraf, omdat klager veroordeeld is tot een onherroepelijke principale hechtenisstraf. Naar aanleiding van hetgeen klager in beroep aanvoert, stelt de selectiefunctionaris zich op het standpunt dat klager zijn verzoek niet heeft
onderbouwd met bewijsstukken, zodat de selectiefunctionaris genoodzaakt was het verzoek af te wijzen. Om in aanmerking te komen voor uitstel van zijn meldplicht, dient klager zijn verzoek te onderbouwen.
4. De beoordeling
4.1. Het Justitieel Complex Zaanstad is een penitentiaire inrichting (p.i.) met onder meer een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een p.i. met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager verzoekt om uitstel van zijn meldplicht tot 1 augustus 2017, omdat hij geen 42 dagen verlof kan opnemen en hij vreest zijn baan kwijt te raken. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent zijn werk is naar het oordeel van de
beroepscommissie,
in ieder geval bij gebrek aan een feitelijke onderbouwing, geen reden klager uitstel te verlenen van zijn meldplicht. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 2 februari 2017
secretaris voorzitter