Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3247/GA, 8 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3247/GA

betreft: Klager datum: 8 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard (ZB-2016-0414), waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet voortvarend handelen met betrekking tot klagers plaatsing bij Exodus, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Indien er adequaat was gehandeld, had klager eerder bij Exodus Den Haag kunnen verblijven. Nu is klager niet alleen in Groningen geplaatst, maar ook nog
eens vier maanden te laat. Klager kan nu per 2 april 2017 in Den Haag verblijven. Klager lijdt schade in de vorm van de retourprijs van Groningen naar Den Haag en dat voor 41 weekenden lang. Zijn totale schade bedraagt € 2156,60.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Nu als vaststaand moet worden aangenomen dat de inrichting niet voortvarend heeft gehandeld met betrekking tot klagers plaatsing bij Exodus en deze plaatsing daardoor vertraging heeft opgelopen, kan de beroepscommissie zich niet verenigen met het
oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming toekennen van € 25,=. Zij overweegt hierbij dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager
ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien deze schade eenvoudig is te begroten, kan aanleiding bestaan schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. Nu echter niet zonder meer
vaststaat
dat de door de raadsman aangevoerde schade het gevolg is van het niet voortvarend handelen van de directeur, zal de beroepscommissie volstaan met het toekennen van de bovenvermelde tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 8 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven