Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2045/GA, 23 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2045/GA

betreft: [klagers] datum: 23 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[klagers], verder te noemen klager e.a.,

gericht tegen een uitspraak van 8 juni 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager e.a., alsmede hun raadsvrouw, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de aangekondigde sluiting van de crea-ruimte.

De beklagcommissie heeft klager e.a. niet-ontvankelijk verklaard in hun beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager e.a. en de directeur
Namens klager e.a. is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – in beroep als volgt toegelicht.
De sluiting van de crea-ruimte is in strijd met hogere regelgeving. Hiervoor is verwezen naar de aanbeveling van de Raad van Europa “On education in Prison” (Recommendation n. R (89) 12. Uit deze aanbeveling blijkt dat de creatieve activiteiten in de
visie van de Raad van Europa onder het begrip “education” vallen. Het recht op educatie volgt uit artikel 48 van de Pbw. Het wegvallen van het onderwijs in creatieve vaardigheden moet worden beschouwd als een inbreuk op dit recht, omdat het wegvallen
van de crea een vermindering en verschraling van het aanbod aan educatieve activiteiten in de penitentiaire inrichting (p.i.) betekent. Een soort onderwijs vervalt en er komt niets in de plaats van de crea. Het wegvallen van de crea is niet
bevorderlijk
voor de resocialisatie en staat op gespannen voet met artikel 2 van de Pbw. De sluiting van de crea bekent dat er minder zinvolle activiteiten zijn en dit vormt een bedreiging voor de resocialisatie. Uit de memorie van toelichting bij artikel 48 van de
Pbw blijkt dat het aanbod van onderwijsactiviteiten groter zou moeten zijn naarmate gedetineerden een langere gevangenisstraf ondergaan. In de locatie Zuyder Bos zitten vooral veel langgestraften. Zij zouden dus een royaal aanbod aan educatieve
activiteiten moeten hebben. De klacht is medeondertekend door vijf gedetineerden die voorheen op afdeling K. van de locatie Norgerhaven verbleven. Aan deze vijf gedetineerden is beloofd dat zij in de locatie Zuyder Bos gebruik zouden kunnen maken van
de
crea-afdeling toen zij overgeplaatst werden vanuit de locatie Norgerhaven. Deze gedane belofte dient gestand te worden gedaan. De directie heeft in twee civiele procedures, alsook in de procedure met betrekking tot de overplaatsing kenbaar gemaakt dat
een “adequaat alternatief” zou worden aangeboden in de locatie Zuyder Bos en dat een “soortgelijke” afdeling K (als in Norgerhaven) zou worden gecreëerd. Door hen is expliciet gevraagd of in de locatie Zuyder Bos een crea-afdeling ter beschikking zou
worden gesteld en de directie heeft dat indertijd bevestigd. Het geheel afschaffen van de crea is dus in strijd met die belofte.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is ambtshalve bekend met het beroep van de vijf gedetineerden wiens beroep onder andere is gericht tegen de omstandigheid dat zij, de vijf klagers, in de locatie Zuyder Bos niet de beschikking hebben over een aparte recreatieruimte
en crearuimte, maar dat op afdeling E0 één gemeenschappelijke keuken aanwezig is die tevens dient als recreatie- en crearuimte (RSJ 16/2582/GA, 23 november 2016). Tevens heeft de beroepscommissie kennisgenomen van het feit dat de keuken annex
recreatieruimte en crearuimte op afdeling E0 van de locatie Zuyder Bos is geschouwd. De schouw heeft plaatsgevonden in het kader van een beroepsprocedure van één van de vijf gedetineerden (RSJ 16/298/GB, 23 november 2016).

De beroepscommissie stelt, net als de beklagcommissie vast, dat geen sprake is van een door of namens de directeur concrete jegens een gedetineerde genomen beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw, nu de klacht ziet op de gebouwelijke situatie.
De klacht betreft het regime en de algemene omstandigheden op een afdeling. Tevens is niet gebleken dat klager e.a. zijn geschonden in hun recht op recreatie als vermeld in artikel 49, tweede lid, van de Pbw op grond waarvan de directeur ervoor dient
zorg te dragen dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld tot deelname aan recreatieve activiteiten, gedurende ten minste zes uren per week. Van een schending op het recht in onderwijs als bedoeld in artikel 48 van de Pbw en derhalve van
schending op het recht van resocialisatie als bedoeld in artikel 2 van de Pbw is evenmin sprake. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan – voor zover dat is komen vast te staan – naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing
leiden
dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 23 januari 2017.

secretaris voorzitter

Betreft de beklagnummers: 2016/128, 2016/203 t/m 2016/209, 2016/2011 t/m 2016/218, 2016/221 t/m 2016/224, 2016/233, 2016/236 t/m 2016/271, 2016/274 t/m 278, 2016/281 t/m 2016/283 en 2016/285 t/m 2016/288.

Van klagers:

Naar boven