Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0222/GB, 26 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:26-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/0222/GB

Betreft: [Klager] datum: 26 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.C.C.M. Nadaud, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 januari 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift gericht tegen de oproep zich op 1 februari 2017 te melden in de p.i. Nieuwegein.

2. De feiten
Op 19 september 2016 is klager opgeroepen zich op 1 februari 2017 te melden in de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van negentig dagen gevangenisstraf. Op 16 januari 2017 heeft klager een verzoek tot uitstel ingediend, dat door de selectiefunctionaris
is aangemerkt als een bezwaarschrift en waarin klager niet-ontvankelijk is verklaard vanwege een termijnoverschrijding.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager woont samen met zijn partner, die een uitkering ontvangt. Dit is niet voldoende om de vaste lasten, alsmede de schulden die zij hebben, te kunnen betalen, zodat zij afhankelijk zijn van het inkomen van klager. Klager en zijn partner bevinden
zich
in een schuldsaneringstraject. Indien klager zich op 1 februari 2017 zal moeten melden, vreest hij dat zijn arbeidsovereenkomst zal worden beëindigd, als gevolg waarvan hij en zijn partner mogelijk hun huis zullen verliezen. Klager is recent te kennen
gegeven dat zijn arbeidsovereenkomst zal worden verlengd. Als alternatief voor uitstel van zijn melddatum verzoekt klager in aanmerking te komen voor elektronische detentie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een bezwaarschrift en een verzoek tot uitstel dienen uiterlijk binnen veertien dagen te worden ingediend. Deze termijn vangt aan op de datum die op de oproep is vermeld. Klager heeft op 16 januari 2017 een bezwaarschrift ingediend tegen de oproep van
19
september 2016. Niet is gebleken wat de oorzaak van de termijnoverschrijding is. Tegen deze achtergrond meent de selectiefunctionaris klager terecht niet-ontvankelijk in zijn bezwaarschrift te hebben verklaard.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het namens klager op 16 januari 2017 ingediende verzoek. Dit verzoek dient te worden aangemerkt als een nieuw verzoek tot uitstel van de melddatum. Nu de selectiefunctionaris klagers verzoek ten
onrechte als een bezwaarschrift heeft aangemerkt, kan de bestreden beslissing niet in stand blijven. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen
zelf op het verzoek tot uitstel beslissen en haar beslissing in de plaats stellen van de op de onder 3.2 genoemde gronden genomen beslissing van de selectiefunctionaris.

4.2. De beroepscommissie heeft voorts kennisgenomen van klagers subsidiaire verzoek, op grond waarvan hij in aanmerking wenst te komen voor elektronische detentie. De beroepscommissie overweegt ten aanzien van dit verzoek dat de selectiefunctionaris
niet bevoegd is een dergelijke beslissing te nemen.

4.3. De beroepscommissie constateert dat klager reeds op 19 september 2016 uitstel is verleend van zijn oorspronkelijke melddatum van 6 oktober 2016 in verband met redenen gelegen in zijn werk- en gezinssituatie. Voorts zijn financiële gevolgen op
zichzelf onvoldoende om uitstel te verlenen en heeft klager voldoende gelegenheid gehad te anticiperen op zijn aankomende detentie. Het verzoek tot uitstel van de melddatum zal derhalve worden afgewezen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij stelt haar beslissing in de plaats van de vernietigde beslissing en wijst het verzoek tot uitstel van de melddatum af.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 26 januari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven