Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1892/GB, 25 november 2002, beroep
Uitspraakdatum:25-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1892/GB

Betreft: [klager] datum: 25 november 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 11 september 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1952], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 september 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere Binnen ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1 Klager is sedert 15 oktober 1999 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Havenstraat. Op 12 augustus 2002 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Almere Binnen.

3 De standpunten
3.1 Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris –samengevat- als volgt toegelicht.
Klager wil in verband met zijn gezinssituatie en de complexiteit van zijn zaak geplaatst worden in een h.v.b. in Amsterdam
De selectiefunctionaris is, mede gelet op eerdere overplaatsingsbeslissingen, niet zorgvuldig te werk gegaan.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt gemotiveerd.
Het is onmogelijk alle voor het parket Amsterdam gedetineerde personen in Amsterdam onder te brengen. Derhalve moet uitgeweken worden naar nabijgelegen h.v.b.’s. Hierbij geldt dat de reisafstand Amsterdam-Almere acceptabel is.

4 De beoordeling
4.1 Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2 De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hierbij is mede in aanmerking genomen dat uit de stukken naar voren is gekomen dat klager wegens de hem opgelegde straf, waartegen hij in hoger beroep is gegaan, en het daaruit voortvloeiende mogelijke gevaar vooronttrekking aan zijn detentie, geselecteerd is voor en overgeplaatst naar een inrichting die beter beveiligd is dan het h.v.b. Havenstraat. Er is voordien gekeken naar mogelijkheden voor plaatsing in de penitentiaire inrichtingenOver Amstel, doch wegens capaciteitsproblemen was plaatsing aldaar op korte termijn niet te realiseren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 25 november 2002

secretaris voorzitter

Naar boven