Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3223/GA, 22 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3223/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 15 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 december 2016, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Zwolle, is gehoord [...], juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel. Tevens was ter zitting aanwezig [...], stagiaire bij de p.i. Ter Apel.

Klagers raadsvrouw mr. E.A. Blok heeft schriftelijk meegedeeld dat zij noch klager ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van de zorgplicht door geen acceptabel vloeibaar voedsel aan klager ter beschikking te stellen.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van
€ 15,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op advies van de arts diende klager gepureerde of vloeibare voeding te ontvangen. Dit advies is goed opgevolgd. Bij de keuken is uitgezet dat klager een gepureerde maaltijd verstrekt diende te worden. Klager kon met een lepeltje de gepureerde voeding
doorslikken. Er zaten geen stukjes in. De arts heeft aangegeven dat gepureerde voeding ook voldeed. Een verklaring van de arts/medische dienst kan worden opgevraagd en binnen een week worden verstrekt aan de beroepscommissie. De beklagrechter heeft
niet
de bevoegdheid om een medisch advies te toetsen. Dit betreft een medische klacht waarvoor een andere procedure openstaat.

Op 16 december 2016 is een nadere reactie van de juridisch medewerker ontvangen, waarbij een verklaring van de medische dienst is gevoegd waaruit volgt dat op 8 juli 2016 de keuken van de p.i. Ter Apel telefonisch is gevraagd om een gemalen/vloeibare
maaltijd te leveren. Door de juridisch medewerker is voorts verklaard dat er geen verschil is tussen gemalen en gepureerde voeding, dat klager voorts extra melk is verstrekt en dat hij een blender tot zijn beschikking had op cel. De directeur heeft
hiermee voldaan aan zijn zorgplicht. Het advies van het ziekenhuis kan niet worden toegestuurd omdat dit advies in klagers medisch dossier is opgeslagen en de directeur geen toegang heeft tot het medisch dossier.

Een afschrift van de namens de directeur op 16 december 2016 verstrekte informatie, met bijlage, is verzonden aan klager en zijn raadsvrouw.

Door en/of namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet nader toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de stukken, de behandeling ter zitting en de nadere reactie namens de directeur volgt dat de medische dienst/inrichtingsarts aan de keuken heeft verzocht om klager, die een kaakoperatie had ondergaan, een gemalen - dit wil zeggen een gepureerde -
maaltijd of een vloeibare maaltijd te verstrekken. Vast is komen staan dat klager vervolgens gepureerde voeding is verstrekt en dat hem de beschikking is gegeven over een blender op cel, waarmee hij eventueel (andere) voeding kon pureren.

In het licht van de zorgplicht van de directeur als bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Pbw heeft naar het oordeel van de beroepscommissie de directeur op juiste wijze gevolg gegeven aan het advies van de inrichtingsarts/medische dienst. Het is
niet aan de directeur en evenmin aan de beroepscommissie en de beklagcommissie om in de onderhavige procedure, het medisch handelen door of namens de inrichtingsarts te toetsen. Daarvoor staat voor klager de weg open van het medisch klachtrecht van
hoofdstuk 7 van de Penitentiaire maatregel.

De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, J. Schagen MA en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven