Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3300/GB, 19 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3300/GB

Betreft: [Klager] datum: 19 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Özdemir, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 11 januari 2015 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Grave. Op 8 september 2016 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde
vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd en onzorgvuldig tot stand gekomen. De beslissing is in strijd met artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), nu niet is toegelicht waarom slechts een verblijf in de p.i. Ter Apel is
aangewezen. Het verblijf in de p.i. Ter Apel valt klager zwaar. De inrichting investeert minder in re-integratie van gedetineerden, daar deze volledig is ingericht op gedetineerden die na afloop van hun detentie zullen worden uitgezet. Bovendien is het
voor klagers familie nagenoeg onmogelijk hem te bezoeken, nu de reis naar Ter Apel met het openbaar vervoer negen uur bedraagt. Klager heeft met zijn moeder en zijn zussen een zeer hechte band en de wekelijkse bezoeken geven hem rust. De mogelijkheid
met hen te Skypen is geen vervanging van bezoek. Vanwege de reistijd zal klager geen bezoek meer kunnen ontvangen, hetgeen veel invloed op zijn psychische gezondheid zal hebben.
De p.i. Ter Apel is ingevolge artikel 24 van de Regeling weliswaar de aangewezen inrichting voor klager, maar gelet op het bepaalde in de artikelen 20b, derde lid, en 27, zevende lid, van de Regeling bestaat ruimte hiervan af te wijken. Voorts heeft
klager zich in de p.i. Grave aan alle regels en voorschriften gehouden.
Klager verzoekt de beroepscommissie te toetsen aan haar inherente afwijkingsbevoegdheid en een evenredige belangenafweging te maken. Zijn persoonlijke belangen dienen als bijzondere omstandigheden te prevaleren boven het belang dat in de bestreden
beslissing is genoemd. De selectiefunctionaris heeft klager noch zijn raadsman, enige oproepbare getuigen of deskundigen gehoord alvorens de bestreden beslissing te nemen. Een mogelijkheid hiertoe is aan klager niet kenbaar gemaakt, hetgeen vanwege de
bij hem aanwezige klemmende redenen van humanitaire aard aan de orde diende te zijn. De selectiefunctionaris heeft niet toegelicht op welke gronden van de hoorplicht is afgezien. Dit impliceert vooringenomenheid en getuigt van een onzorgvuldige
motivering, zodat de bestreden beslissing niet in stand kan blijven.
Namens klager is verzocht om een proceskostenvergoeding krachtens de Awb.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op grond van het plaatsingsbeleid van artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel. Uit de toelichting op dit artikel blijkt dat, in bijzondere omstandigheden, van dit plaatsingsbeleid kan worden
afgeweken. Als voorbeelden worden genoemd vrouwelijke gedetineerden en gedetineerden die niet gemeenschapsgeschikt of extreem vluchtgevaarlijk zijn, evenals gedetineerden die beheersproblemen veroorzaken of zorg nodig hebben die alleen elders
voorhanden
is. Daarnaast kan worden gedacht aan een aanwijzing van het Openbaar Ministerie of aan gronden gelegen in de persoon van de gedetineerde.
In het onderhavige geval is van geen van de in de toelichting genoemde voorbeelden sprake. Voorts ziet de selectiefunctionaris geen zwaarwegende gronden in de persoon van klager die tot een andere beslissing nopen. De gevolgen van een vrijheidsstraf
komen voor rekening en risico van de gedetineerde en bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie. In de p.i. Ter Apel verblijven meer gedetineerden die vanwege lange reisafstanden niet of nauwelijks bezoek kunnen ontvangen. Om die
reden
bestaat de mogelijkheid door middel van een Skypeverbinding contact met vrienden en familie te onderhouden.
Met betrekking tot wat klager over re-integratieactiviteiten stelt, merkt de selectiefunctionaris op dat in de p.i. Ter Apel juist meer mogelijkheden voorhanden zijn die gericht zijn op de terugkeer naar het land van herkomst.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Dit is tevens een inrichting die, ingevolge artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling, is
aangewezen voor de opvang van gedetineerden die geen rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 hebben en ten aanzien van wie voorlopige hechtenis ingevolge een bevel van gevangenneming of gevangenhouding, een
vrijheidsstraf of een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt tenuitvoergelegd.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Onweersproken is dat klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. De p.i. Ter Apel is in beginsel voor hem derhalve de aangewezen inrichting. Van het plaatsingsbeleid van artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling kan in
uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken. De door klager aangevoerde bezoekproblematiek kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt, nu het belang van een plaatsing conform het beleid van artikel 20b van de Regeling zwaarder weegt
dan eventuele bezoekproblemen en klager bovendien in de gelegenheid wordt gesteld door middel van een Skypeverbinding contact met zijn familie te onderhouden. Voor zover klager stelt dat in de p.i. Ter Apel minder in re-integratie van gedetineerden
wordt geïnvesteerd, overweegt de beroepscommissie dat de detentie in de p.i. Ter Apel (mede) dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereidingen op het vertrek uit Nederland en de terugkeer naar het land van herkomst. In Ter Apel kan voldoende ruimte
worden
geboden aan de activiteiten van de Dienst Terugkeer en Vertrek en andere ketenpartners die een rol spelen bij het realiseren van het vertrek uit Nederland en de terugkeer naar het land van herkomst.

4.4. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager stelt
omtrent het feit dat hij niet is gehoord voorafgaand aan de totstandkoming van de bestreden beslissing, kan niet tot een ander oordeel leiden, nu de selectiefunctionaris daartoe krachtens de Pbw niet is gehouden.

4.5. Ten overvloede en naar aanleiding van klagers verzoek de selectiefunctionaris te veroordelen in de proceskosten, overweegt de beroepscommissie dat de Pbw een dergelijke mogelijkheid niet kent.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 19 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven