Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3096/GB, 13 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3096/GB

Betreft: [Klager] datum: 13 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing vanuit het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te Scheveningen naar een inrichting of afdeling met een regime van beperkte gemeenschap afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 5 augustus 2016 gedetineerd. Hij verblijft in het PPC te Scheveningen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.
Hij betwist dat sprake is van een psychiatrische stoornis of een fobie. Hij wenst te worden overgeplaatst naar een afdeling met een regime van beperkte gemeenschap van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught of de p.i. Krimpen aan den Ijssel. Voorts
stelt klager (in het verleden) ondeugdelijk te zijn behandeld door justitie en door inrichtingsmedewerkers. Er is sprake van samenzweringen. In het PPC wordt zijn veiligheid in gevaar gebracht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In het kader van de voorgeleiding heeft een gedragsdeskundige geadviseerd klager in een PPC te plaatsen, omdat hij meer zorg en begeleiding nodig heeft dan hem in een inrichting of afdeling met een regime van beperkte gemeenschap kan worden geboden.
Blijkens het selectieadvies van de directeur van het PPC te Scheveningen verblijft klager thans in een crisisafdeling in het PPC. Klagers psychiatrische problematiek overstijgt het zorgniveau van een afdeling met een regime van beperkte gemeenschap. In
het PPC ontvangt klager de benodigde zorg en begeleiding.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC van de locatie Scheveningen is een gevangenis voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele of beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het
individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.

4.3. Klager is op basis van een advies van een psychiater van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie in het kader van zijn voorgeleiding in het PPC geplaatst. Thans verblijft hij in een crisisafdeling binnen het PPC te
Scheveningen. Het Multidisciplinair Overleg en de vrijhedencommissie van het PPC te Scheveningen hebben negatief geadviseerd over klagers verzoek tot uitplaatsing. Blijkens het selectieadvies van de directeur van het PPC te Scheveningen is klager
achterdochtig en wantrouwend jegens het inrichtingspersoneel. Dit vindt steun in het door klager ingediende beroepschrift.

Gelet hierop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager heeft geen gronden aangevoerd die
tot een ander oordeel kunnen leiden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 13 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven