Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2787/GB, 18 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2787GB

Betreft: [klager] datum: 18 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 augustus 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de aanvulling op het beroepschrift van mr. M. Wezepoel en de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 20 november 2015 gedetineerd. Hij neemt thans, sinds 6 oktober 2016, deel aan een p.p. Dat brengt mee dat klager bij een uitspraak over de negatieve beslissing van de selectiefunctionaris op zijn verzoek tot het p.p. te worden
toegelaten geen belang meer heeft. Klager vraagt echter tevens een tegemoetkoming. Daarover zal de beroepscommissie beslissen.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager begrijpt niet dat zijn verzoek om deelname aan een p.p. is afgewezen. Hij erkent niet te zijn teruggekeerd van een verlof, maar dat was omdat hij de relatie tussen hem en zijn gezin wilde laten verbeteren. Hij wilde voor het eerst na lange tijd
zijn kinderen weer zien en zij smeekten hem te blijven. Klager heeft hieraan in een zwak moment gehoor gegeven. Klager was niet ondergedoken en heeft steeds op het verlofadres verbleven. De rechter heeft daarmee, bij gelegenheid van de behandeling van
de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling, rekening willen houden en uiteindelijk slechts twee maanden uitstel opgelegd. Er was en is geen sprake van vluchtgevaar. Klager wil graag verantwoord aan zijn toekomst beginnen.
Aan de bestreden beslissing ligt geen deugdelijke en kenbare belangenafweging ten grondslag. Met name is het vluchtrisico niet onderbouwd. Hij is inderdaad niet teruggekeerd van verlof, maar is daarvoor door de inrichting reeds gestraft. Hij heeft
hierdoor vijf maanden in het basisprogramma moeten verblijven.

Hij wil graag worden behandeld bij de Stichting Exodus in Groningen en heeft hiervoor de benodigde stappen gezet. De inrichting, reclassering en Exodus hebben met dat voornemen ingestemd. Uiteindelijk heeft hij een vriend verzocht zijn verblijf bij de
politie te melden. Klager heeft door eigen toedoen verlofmogelijkheden en detentiefasering moeten missen. Nu hij verder van onbesproken gedrag is en de inrichting en de reclassering deelname aan een p.p. adviseren, had klager daarvoor in aanmerking
dienen te komen. Als het beroep gegrond wordt verklaard, zou aan klager een financiële tegemoetkoming moeten worden toegekend.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van een verzoek om deelname aan een p.p. heeft de reclassering over klager geadviseerd. In dat advies komen over klager enkele criminogene factoren naar voren, waaronder huisvesting en wonen, inkomen en omgaan met geld en drugsgebruik.
Het recidiverisico wordt als laag ingeschat, het risico op onttrekking aan de voorwaarden worden als laag/gemiddeld ingeschat en het risico van onttrekking wordt, gelet op klagers eerdere onttrekking, niet uitgesloten. Klager zou daarom in aanmerking
moeten komen voor een p.p. met daaraan verbonden een aantal bijzondere voorwaarden. Klager is in het begin van dit jaar niet teruggekeerd van verlof en heeft zich nadien ook niet vrijwillig terug gemeld. Uiteindelijk is hij gearresteerd door de
politie.
Uit de redengeving voor de onttrekking kan worden afgeleid dat hij er doelbewust voor heeft gekozen niet terug te keren van verlof. Hier is daarom de weigeringsgrond van artikel 4 aanhef en onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
van toepassing. Aan klager is overigens inmiddels verlof toegestaan en bij een goed verloop daarvan zal een eventueel p.p.-traject opnieuw kunnen worden bezien.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Vast staat dat klager zich na een hem verleend verlof op 22 januari 2016 niet van dat verlof is teruggekeerd. De politie heeft klager vervolgens op 5 februari 2016 aangehouden en opnieuw gedetineerd. In beginsel is een onttrekking aan detentie
een ernstige contra-indicatie voor het verlenen van vrijheden en dus ook voor deelname aan een p.p. Dat is slechts anders als sprake is van zodanige feiten of omstandigheden dat daardoor een afwijking van dat uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd. De
beroepscommissie is het met klager eens dat deze omstandigheden aanwezig zijn. De ongeoorloofde afwezigheid heeft zich immers een relatief lange tijd voor de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris voorgedaan en klager is voor zijn afwezigheid
al op andere wijze gestraft.

Bovendien heeft hij kort na deze beslissing verlof gekregen en is hij alsnog tot het p.p. toegelaten. Verder heeft de rechtbank klager uiteindelijk geen zes, maar slechts twee maanden uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling verleend. Hem had
toelating tot het p.p. op zijn eerdere verzoek dus niet mogen zijn onthouden. Klagers beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet echter in de beslissing tot verlof en de toelating (alsnog) tot het p.p. aanleiding klager geen
tegemoetkoming toe te kennen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond maar kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven