Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3046/GB, 12 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3046/GB

Betreft: [Klaagster] datum: 12 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.G.H. van de Kamp, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 1 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Ter Peel afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 7 december 2015 gedetineerd. Zij verbleef in het h.v.b. van de locatie Nieuwersluis. Op 20 oktober 2016 is zij intern overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis, waar zij thans verblijft.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster verblijft op het moment van schrijven negen maanden in detentie. Haar vriend bezocht haar aanvankelijk regelmatig, maar is hier thans niet meer toe in staat daar hij inmiddels naar Turkije is verhuisd. Klaagsters moeder en stiefvader zijn
beiden in België woonachtig. Zij heeft hen slechts driemaal gezien sinds de aanvang van haar preventieve hechtenis. Vanwege de afstand zijn zij niet in staat haar vaker te bezoeken. Klaagsters detentie valt haar erg zwaar, met name nu zij vrijwel is
verstoken van bezoek.
Zowel de officier van justitie als de vrijhedencommissie van de locatie Nieuwersluis hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een eventuele overplaatsing naar de locatie Ter Peel.
Voor zover de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing verwijst naar artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), stelt klaagster dat een preventief gehechte slechts bij voorkeur
in
een h.v.b. in of nabij het arrondissement van vervolging wordt geplaatst. Dit artikel biedt derhalve ruimte van het plaatsingsbeleid af te wijken, hetgeen volgens klaagster, gelet op de hiervoor genoemde bijzondere omstandigheden, in haar geval dient
te
geschieden. Hierbij wordt verwezen naar RSJ 21 maart 2016, 15/4385/GB. Hierin is overwogen dat de selectiefunctionaris niet kon volstaan met de gronden waarop hij het verzoek tot overplaatsing had afgewezen, nu klager was verstoken van bezoek en zowel
het Openbaar Ministerie (OM) als de vrijhedencommissie van de betreffende inrichting positief hadden geadviseerd ten aanzien van het verzoek tot overplaatsing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klaagster is ingesloten voor het arrondissementsparket te Rotterdam en is derhalve, ingevolge het plaatsingsbeleid van artikel 24 van de Regeling, in het h.v.b. van de locatie Nieuwersluis geplaatst. Voor zover klaagster om overplaatsing heeft verzocht
op bezoektechnische gronden, stelt de selectiefunctionaris dat klaagster driemaal door haar ouders is bezocht en dat bezoekproblemen overigens inherent zijn aan het ondergaan van detentie. Hierbij wordt verwezen naar RSJ 23 juni 2003, 03/0699/GB.

4. De beoordeling
4.1. Ingevolge artikel 24, eerste lid, van de Regeling geschiedt de eerste plaatsing van preventief gehechte gedetineerden in afwachting van berechting in eerste aanleg in een h.v.b. dat bij voorkeur is gelegen in of toegewezen aan het
arrondissement
van vervolging.

4.2. Klaagster is overeenkomstig het in artikel 24 van de Regeling verwoorde plaatsingsbeleid als preventief gehechte geplaatst in het h.v.b. van de locatie Nieuwersluis. Zij verblijft hier sinds 7 december 2015. De selectiefunctionaris heeft de
afwijzing van klaagsters overplaatsingsverzoek gebaseerd op het plaatsingsbeleid van artikel 24 van de Regeling. Voormeld artikel geeft evenwel aanwijzingen met betrekking tot de eerste plaatsing en geeft weer wat daarbij de voorkeur heeft. De regeling
biedt ruimte voor andere keuzes en nieuwe beslissingen. Hierbij komt dat klaagster op 21 september 2016 in eerste aanleg is veroordeeld, zodat zij thans niet langer is aan te merken als een preventief gehechte gedetineerde in afwachting van berechting
in eerste aanleg. Als gevolg hiervan is zij op 20 oktober 2016 binnen de locatie Nieuwersluis intern overgeplaatst van het h.v.b. naar de gevangenis. Reeds hierom kan het plaatsingsbeleid van artikel 24 van de Regeling niet langer in de weg staan aan
een overplaatsing naar de locatie Ter Peel.
Onweersproken is dat klaagster sinds de aanvang van haar detentie op 7 december 2015 slechts driemaal bezoek heeft ontvangen van haar ouders. Voorts hebben zowel de officier van justitie als de vrijhedencommissie van de locatie Nieuwersluis positief
geadviseerd over klaagsters overplaatsingsverzoek. De selectiefunctionaris heeft met de enkele verwijzing naar artikel 24 van de Regeling niet kunnen volstaan, nu onduidelijk is welke bezwaren bestaan tegen een overplaatsing naar de locatie Ter Peel.

4.3. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven, nu hieraan een motiveringsgebrek kleeft. Om die
reden dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht
geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 12 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven