Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4385/GB, 21 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/4385/GB

Betreft: [Klager] datum: 21 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 december 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 13 oktober 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Lelystad. Op 29 oktober 2015 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft twee kinderen die woonachtig zijn in Enschede. Sinds 13 oktober 2015 heeft klager zijn kinderen niet gezien, in verband met de lange reisafstand naar de locatie Zoetermeer van 2,5 uur en de hoge reiskosten. Nu klagers kinderen nog naar
school gaan en de bezoektijden van 9.15-10.15 uur zijn, is het voor hen praktisch onmogelijk om op bezoek te komen bij klager. Dit zou betekenen dat zij om 6.15 uur al van huis zouden moeten vertrekken. Overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Almelo
zou bezoek van zijn kinderen wel mogelijk maken. Zowel het openbaar ministerie als de locatie Zoetermeer heeft het verzoek goedgekeurd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Omdat klager preventief is ingesloten voor het parket Den Haag, is de plaatsing in het h.v.b. van de locatie Zoetermeer op grond van artikel 24 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing een juiste plaatsing geweest. Eventuele problemen ten
aanzien van het bezoek zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden. Er zijn onvoldoende gronden om een uitzondering te maken op het gevoerde beleid.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd. Voor de selectie van gedetineerden geldt het
uitgangspunt dat preventief gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen kan er een uitzondering worden gemaakt. Er dient dan
sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige.

4.2. Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket te Den Haag in het h.v.b. van de locatie Zoetermeer. Klager verzoekt te worden overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Almelo. Onduidelijk is welke bezwaren er bestaan tegen
overplaatsing van klager naar de p.i. Almelo. De beroepscommissie is van mening dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid, nu klager alleen contact heeft met zijn kinderen en hij verstoken is van bezoek nu de reisafstand naar de locatie
Zoetermeer, in combinatie met de reiskosten en de bezoektijden, dit praktisch onmogelijk maakt. Uit het selectieadvies van 12 december 2015 van de directeur van de locatie Zoetermeer volgt dat zowel het OM als de vrijhedencommissie positief adviseert
ten aanzien van de overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Almelo. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de selectiefunctionaris niet had kunnen volstaan met de motivering zoals beschreven in 3.2. De bestreden beslissing is derhalve
onvoldoende gemotiveerd en zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 21 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven