Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2973/GB, 28 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2973/GB

Betreft: [Klager] datum: 28 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.T. van Rhijn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 augustus 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) en aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) in het kader van een gestapeld traject afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2015 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt gemotiveerd te zijn mee te werken aan gedragsveranderende interventies of andere verplichtingen die voortvloeien uit een gestapeld traject. Klagers casemanager heeft in het Multidisciplinair overleg (MDO) geadviseerd klager in een z.b.b.i.
te plaatsen. De reclassering heeft in het deeladvies van 21 juli 2016 een locatiegebod met elektronisch toezicht (e.t.) geïndiceerd en mogelijk geacht. In het advies van 1 augustus 2016 heeft de reclassering geadviseerd klager in aanmerking te laten
komen voor een gestapeld traject. In dit advies heeft de reclassering, anders dan de selectiefunctionaris stelt, de te verbinden bijzondere voorwaarden specifiek benoemd en uitgewerkt. Volgens klager heeft de selectiefunctionaris voornoemde stelling
gebaseerd op een oude rapportage van 19 februari 2016.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers v.i. is in zijn geheel herroepen, omdat herhaaldelijk is gebleken dat hij niet gemotiveerd is zich aan afspraken en voorwaarden te houden. Pas recentelijk heeft klager te kennen gegeven gemotiveerd te zijn. Dat wekt de indruk dat dit slechts
een
middel is om vrijheden te verkrijgen. De reclassering heeft positief geadviseerd op klagers verzoek tot plaatsing in een z.b.b.i. en aansluitend deelname aan een p.p. Uit het reclasseringsadvies komt echter naar voren dat geen concrete inhoud voor een
p.p. of een beschrijving van de dagbesteding bestaat. Evenmin is blijkens het advies contact gelegd met de behandelende instellingen. Concrete afspraken zijn nog niet gemaakt.
Mede vanwege het recidiverisico, dat de reclassering hoog inschat, bestaat volgens de selectiefunctionaris thans geen vertrouwen in het verlenen van vrijheden. Daarnaast heeft de reclassering geconstateerd dat een zeer hoge kans bestaat op het zich
onttrekken aan voorwaarden. Klager is tijdens zijn v.i., ondanks herhaalde waarschuwingen, voorwaarden niet nagekomen. Voorts is sprake van een aanzienlijk strafrestant.

3.3. Ten aanzien van klagers verzoek tot plaatsing in een z.b.b.i. en aansluitende deelname aan een p.p. in het kader van een gestapeld traject zijn de volgende adviezen uitgebracht. De directeur van de p.i. Groot Alphen heeft negatief geadviseerd,
omdat klager tot voor kort niet gemotiveerd was en pas recent lijkt te hebben ingezien dat het tonen van motivatie en meewerken aan interventies in zijn voordeel kan werken bij het verkrijgen van vrijheden. De reclassering heeft, blijkens het advies
van
1 augustus 2016, positief geadviseerd. Als bijzondere voorwaarden heeft de reclassering een meldplicht, een behandelverplichting, een drugs- en alcoholverbod, een locatiegebod en (andere) gedragsbeïnvloedende voorwaarden geadviseerd.

4. De beoordeling
4.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) kunnen in zeer beperkt beveiligde inrichtingen of afdelingen gedetineerden worden geplaatst die een te verwaarlozen vlucht- of
maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, die in geval de veroordeling onherroepelijk is ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan dan wel in geval de veroordeling nog
niet onherroepelijk is een tijd in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht waarvan de duur ten minste gelijk is aan de helft van de opgelegde gevangenisstraf, die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres, die een strafrestant hebben van ten minste
zes weken en ten hoogste zes maanden en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2. Ingevolge artikel 2, derde lid, van de Regeling kunnen, in afwijking van het eerste lid van dit artikel, gedetineerden voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting of afdeling in aanmerking komen ten aanzien van wie een door de
selectiefunctionaris akkoord bevonden voorstel voor deelname aan een p.p. aanwezig is.

4.3. Klager is thans gedetineerd vanwege een herroeping van zijn v.i. Onweersproken is dat klager gedurende zijn v.i., ondanks herhaalde waarschuwingen, voorwaarden niet is nagekomen. Klager is eerst op 22 juli 2013 voorwaardelijk in vrijheid
gesteld. Hij heeft zich niet aan zijn meldplicht en opnameverplichting gehouden en is op verdenking van een nieuw strafbaar feit aangehouden. Zijn v.i. is voor een periode van 310 dagen herroepen. Op 21 november 2014 is klagers v.i. hervat. Hij heeft
zich wederom niet aan zijn opnameverplichting gehouden en heeft voorts het alcohol- en drugsverbod geschonden. Op 17 maart 2015 heeft klager zich schuldig gemaakt aan het misdrijf van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Na pogingen van de
reclassering met klager tot een nieuw plan te komen heeft klager te kennen gegeven dat hij hieraan niet wilde meewerken en dat hij zelf richting aan zijn leven wilde geven. Op 22 december 2015 is gebleken dat klager zich niet aan zijn meldplicht heeft
gehouden, het drugsverbod heeft overtreden en heeft geweigerd mee te werken aan zijn behandelverplichting. Op 11 februari 2016 is klagers v.i. geheel herroepen.

4.4. Blijkens het advies van de reclassering van 25 maart 2016 onttrekt klager zich steevast aan zowel algemene als bijzondere voorwaarden, omdat hij zelf de regie wil houden over zijn leven en de mening is toegedaan dat hij nergens toe kan worden
verplicht. De kans dat hij zich aan voorwaarden zal onttrekken wordt om die reden zeer hoog geacht. Blijkens dit advies heeft klager voorts te kennen gegeven enkel mee te werken aan het opstellen van het advies, omdat hij voor detentiefasering in
aanmerking wenst te komen. Klager zou voor gedragsveranderende interventies en overige verplichtingen niet openstaan. Blijkens het reclasseringsadvies van 1 augustus 2016 is klager van gedachten veranderd en heeft hij zich bereid getoond mee te werken
aan gedragsveranderende interventies. De reclassering heeft derhalve positief geadviseerd over klagers verzoek tot plaatsing in een zgn. gestapeld traject. Het risico dat klager zich zal onttrekken aan (algemene en bijzondere) voorwaarden wordt echter
onverminderd hoog ingeschat.

4.5. Gelet op het vorenstaande en het verloop van klagers v.i. in aanmerking nemende, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat, vanwege het hoge recidiverisico en het hoge risico op het zich onttrekken aan
voorwaarden, (thans) geen vertrouwen bestaat in het verlenen van vrijheden in het kader van een gestapeld traject. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 28 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven