Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3809/GB, 17 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3809/GB

Betreft: [Klager] datum: 17 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Palanciyan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 december 2016 te melden in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 10 augustus 2016 is klager opgeroepen zich op 1 december 2016 te melden in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard voor het ondergaan van (in totaal) 56 dagen gevangenisstraf. Op 1 november 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat
op 7 november 2016 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De politierechter van de rechtbank Zutphen heeft in zijn tussenvonnis in een zaak met parketnummer 96-090359-16 beslist dat de reclassering klager dient te onderzoeken in verband met zijn alcoholverslaving. De reclassering is gevraagd een behandeling
in
het kader van klagers verslaving te adviseren. De politierechter zal op 13 december 2016 hierover een beslissing nemen. Namens klager is gesteld dat de kans groot is dat de politierechter – als bijzondere voorwaarde – een behandeling bij een
behandelkliniek zal opleggen. Klager zou in dat geval, nadat de politierechter uitspraak heeft gedaan, met de aan hem opgelegde behandeling moeten starten Dat is volgens hem in detentie niet mogelijk. Om die reden heeft klager – tot tenminste 13
december 2016 – uitstel verzocht, zodat hij zich op 13 december 2016 kan verantwoorden voor de politierechter. Het verlenen van uitstel is volgens klager in het belang van de maatschappij, nu deze erbij is gebaat dat klager wordt behandeld voor zijn
alcoholverslaving. Klager meent dat de selectiefunctionaris hiermee onvoldoende rekening heeft gehouden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Nu de noodzaak tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voorop staat, wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend.
Het tussenvonnis waarbij de politierechter heeft beslist dat klager dient te worden onderzocht door de reclassering, betreft een nieuwe zaak. Het door de politierechter gelaste onderzoek kan ook in detentie plaatsvinden. Met betrekking tot het bijwonen
van de zitting van 13 december 2016 stelt de selectiefunctionaris dat klager hiertoe na binnenkomst in de locatie Zuyder Bos een verzoek tot strafonderbreking kan doen. De door klager aangevoerde gronden vallen volgens de selectiefunctionaris niet
binnen de grenzen van het uitstelbeleid van het openbaar ministerie.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in de zaken met parketnummers 96-059258-16 en 96-069638-16 onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beroepscommissie is met de selectiefunctionaris eens dat een detentie, gelet op het bepaalde in artikel 26 Pbw, niet aan het bijwonen van een gerechtelijke procedure in de weg hoeft te staan. De inrichting is zelfs verplicht klager daartoe
in
de gelegenheid te stellen. Nu voorts ten tijde van het beroep nog geen behandeling is opgelegd, heeft de selectiefunctionaris hiermee bij de beoordeling van het bezwaarschrift van 1 november 2016 geen rekening kunnen houden. De op de onder 3.2 genoemde
gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 17 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven