Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2910/GM, 11 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2910/GM

betreft: [klager] datum: 11 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Swart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 13 juni 2016 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Het beroep is behandeld ter zitting van de beroepscommissie van 25 oktober 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught.

Klager en zijn raadsvrouw mr. N. Swart hebben schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Sittard is zonder bericht niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, betreft de weigering klager een medische indicatie te geven voor de verstrekking van een ander (medisch) matras c.q. een tweede matras.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
De beslissing van de medisch adviseur is op 12 augustus 2016 aan klager uitgereikt. Hij heeft op 19 augustus 2016 tijdig beroep ingesteld.
Tot medio april 2016 sliep klager op twee matrassen in verband met rugklachten. Klager heeft medio april 2016 een nieuw matras gekregen en moest toen zijn twee andere matrassen inleveren. Sindsdien heeft hij erg veel klachten en heeft hij meermalen om
een tweede matras dan wel een medisch matras gevraagd. Hij heeft artrose en veel pijn na het slapen op de nieuwe matras. De klachten namen na het slapen op de nieuwe matras toe. Volgens de inrichting zijn de nieuwe matrassen geschikt voor een
lichaamsgewicht tot 150 kilo. Klager weegt niet meer dan 150 kilo en wordt om die reden geen ander of medisch matras verstrekt. Klager heeft om een ander matras verzocht en is meegedeeld dat de directeur geen toestemming gaf voor een extra matras. Hij
heeft hiertegen beklag ingediend maar de commissie van toezicht heeft de klacht doorgezonden naar de medisch adviseur. Nu de medisch adviseur de directeur verantwoordelijk houdt kan klager zich nergens inhoudelijk beklagen. De klachten van klager ten
gevolge van het slapen op het nieuwe matras zijn medisch van aard. De medische dienst had moeten handelen. Volgens de medisch adviseur zou het matras geen belangrijk issue meer zijn voor klager. De frequentie waarmee klager over het matras klaagt, is
wel afgenomen daar hij het standpunt van de inrichting kent, maar het is niet juist dat het geen belangrijk issue meer zou zijn voor klager. Er kunnen meerdere redenen zijn om iemand een extra matras te verstrekken behalve dat iemand meer dan 150 kilo
weegt. Artrose is tevens een reden.

De inrichtingsarts heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Klager sliep voorheen op een dubbel matras, dat wil zeggen twee matrassen op elkaar. De nieuwe matrassen zijn
gemaakt voor een lichaamsgewicht tot 150 kilo. De oude niet. Klager is onder de 150 kilo en komt derhalve niet meer in aanmerking voor twee matrassen. Een nieuw matras is stug en vergt een periode van gewenning. Het is niet onlogisch dat in het begin
sprake is van verergering van bestaande lichamelijke klachten. Uit het medisch dossier volgt niet dat de nieuwe matras nog een belangrijk issue is. De directeur beslist over het verstrekken van een nieuw matras.

3. De beoordeling
De weigering om klager een medische indicatie te verstrekken voor een ander (medisch) matras dan wel voor twee matrassen betreft handelen door of namens de inrichtingsarts waartegen op grond van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, Pm een verzoek om
te bemiddelen ter zake van de klacht en op grond van artikel 28, eerste lid, Pm beroep kan worden ingesteld. De beroepscommissie zal klager in zijn klacht en in het beroep ontvangen.

Uit de stukken en met name de medische informatie is vast komen staan dat klager een nieuw matras is verstrekt dat geschikt is tot een lichaamsgewicht van 150 kilo en dat klager minder dan 150 kilo weegt. De in de medische gegevens beschreven klachten,
zoals de niet nader omschreven diagnose artrose, vormen onvoldoende indicatie om klager de gewenste matras(sen) te verstrekken.

De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen door of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie ontvangt klager in zijn klacht en in het beroep en verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven