Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2383/GA, 7 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2383/GA

betreft: [klager] datum: 7 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 juli 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, - door de beklagcommissie is abusievelijk de mondelinge uitspraak gedateerd 13 juni 2016 en de uitgewerkte schriftelijke uitspraak
gedateerd
25 april 2016, hetgeen de beroepscommissie opvat als kennelijke type- en/of schrijffouten-, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming van € 20,= is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 20,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het inkorten van klagers algemeen verlof van zestig naar twaalf uur, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is onwaardig en geeft een bittere nasmaak. Klager heeft 8 mei 2016, moederdag, als verlofdatum gekozen. Zijn moeder was terminaal ziek en is op 7 mei 2016 gestorven. Het missen van de
sterfdag van zijn moeder is blijkbaar niet veel waard.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt en alleen inhoudelijk op het beklag gereageerd.

3. De beoordeling
Klager is een tegemoetkoming van € 20,= toegekend in verband met de beperking van klagers algemeen verlof van 60 uur tot 12 uur. Gelet op de tegemoetkoming die de beroepscommissie in soortgelijke zaken toekent, te weten € 50,= voor het niet toekennen
van een algemeen verlof van 60 uur, zal de beroepscommissie klager voor 48 uur gemist verlof een tegemoetkoming toekennen van € 40,=. Daarbij wordt opgemerkt dat een dergelijke tegemoetkoming geen schadevergoeding betreft, daargelaten dat het niet
aanwezig kunnen zijn bij het overlijden van een ouder niet in een geldbedrag kan worden uitgedrukt. Het beroep zal gegrond worden verklaard.

Overigens blijft het inhoudelijk verweer van de directeur buiten beschouwing nu door de directeur geen beroep is aangetekend tegen de gegrondverklaring van het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven