Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3329/GB, 7 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3329/GB

Betreft: [Klager] datum: 7 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager in zijn bezwaarschrift gericht tegen het (niet) verbinden van een verplichting tot meewerken aan een cognitieve vaardigheidstraining (CoVa-training) als bijzondere voorwaarde aan klagers deelname aan een
penitentiair
programma (p.p.), niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 mei 2012 gedetineerd. Hij verbleef voorafgaand aan zijn deelname aan het p.p. in de zeer beperkt beveiligde inrichting van de penitentiaire inrichtingen Heerhugowaard. Thans is klager in het kader van zijn p.p. administratief
ondergebracht bij de Penitentiaire Inrichting Administratief (PIA) Haarlem.

3. Ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde een bezwaarschrift indienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van een p.p. Artikel 72, eerste lid, van de Pbw biedt de mogelijkheid tegen een dergelijke
beslissing een beroepschrift in te dienen.

Het onderhavige beroepschrift ziet echter niet op een beslissing tot beëindiging van een p.p., maar op een beslissing tot het verbinden van een verplichting tot meewerken aan een CoVa-training als bijzondere voorwaarde aan een deelname aan een p.p.
Tegen een dergelijke beslissing staat geen rechtsmiddel open. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 7 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven