Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1523/GA hersteluitspraak, 31 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1523/GA hersteluitspraak

betreft: [klager] datum: 31 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 april 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2016, gehouden in de p.i. Leeuwarden, zijn gehoord klagers raadsman, mr. E. Kok, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Leeuwarden.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

De beroepscommissie heeft op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan. Bij brief van 7 oktober 2016 heeft mr. E. Kok verzocht om de uitspraak te herzien, omdat sprake is van een misverstand. Dit misverstand bestaat eruit dat de beroepscommissie heeft overwogen
dat zij ambtshalve bekend is met een beroepzaak van klager betreffende visitaties die zijn uitgevoerd in de periode oktober 2015 tot en met januari 2016 (RSJ 16/1533/GA), terwijl hiervan geen sprake kan zijn. De aangehaalde beroepzaak betreft een
gedetineerde met dezelfde achternaam die in dezelfde p.i. verbleef en ook door dezelfde raadsman werd bijgestaan in een procedure voor de RSJ. Bij brief van 17 oktober 2016 is de directeur van de p.i. Leeuwarden in de gelegenheid gesteld om op het
herzieningsverzoek te reageren. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van 27 oktober 2016. Nu de beroepscommissie is uitgegaan van verkeerde feiten, heeft de beroepscommissie beslist haar uitspraak van 4 oktober 2016
te
herstellen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de visitaties na afloop van het bezoek in de maanden februari en maart 2016.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Visitatie geldt als uiterst middel omdat het ondergaan hiervan zeer ingrijpend is. De gedetineerde wordt gedwongen zich uit te kleden en een vernederende houding aan te nemen, waarbij in zijn lichaam geschouwd wordt. Klager is op leeftijd, hij is nooit
met drugs in aanmerking gekomen en niet disciplinair gestraft. Desondanks wordt hij soms meer dan tweemaal per maand aan visitatie onderworpen. Er wordt gesteld dat visitatie nodig is tegen de invoer van drugs, maar die stelling wordt niet onderbouwd.
De visitaties vinden plaats aansluitend aan het bezoek, terwijl hier al toezicht is en fysiek contact verboden is. Het is onwaarschijnlijk dat klager voor anderen drugs zou willen invoeren. De steekproef had ook kunnen worden opgebouwd uit personen met
een historie met betrekking tot verdovende middelen. Het specifieker controleren neemt het karakter van een steekproef niet weg. Het aantal visitaties in het kader van een steekproefbeleid dient gerelateerd te zijn aan het belang dat ermee wordt
nagestreefd. Tweemaal per maand geldt volgens de rechtspraak als een maximum dat nog toelaatbaar kan zijn wanneer de omstandigheden daarom vragen. Zonder zorgvuldige onderbouwing van de grootte van het probleem en de effectiviteit van de inzet van de
steekproef bij de bestrijding daarvan, is het onmogelijk om aan te geven dat aan de proportionaliteit is voldaan. De randomizer kan op elk niveau van waarschijnlijkheid worden ingesteld. Het is onmogelijk om te bewijzen dat manipulatie plaatsvindt,
maar
klager is meermalen vaker dan tweemaal per maand gecontroleerd. Bij klager is bekend dat dit ook bij anderen is geschied. Het beklag gaat over tien visitaties in een periode van drie maanden. De directeur heeft de bevoegdheid om klager te vrijwaren van
steeds nieuwe visitaties. Een vrijwaring hoeft een gedetineerde niet te worden meegedeeld, zodat er geen vrees is dat er een vrijbrief is gegeven voor smokkel, zoals de inrichting beweert. Een zorgvuldig handelend directeur had maatregelen genomen om
een excessief aantal visitaties te voorkomen. Het visiteren was niet noodzakelijk en niet zorgvuldig. De raadsman vindt het een vooruitgang dat thans bij de visitatie is gekozen om driemaal squatten in plaats van schouwen in de lichaamsholte. Echter,
dit was ten tijde van het beklag niet het geval.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen – zakelijk weergegeven – standpunt als volgt toegelicht.
Artikel 29 van de Pbw legt geen restricties op met betrekking tot de frequenties van visitaties of tot een maximaal aantal visitaties per gedetineerde. Vroeger gebeurde het steekproefsgewijs visiteren naar inzicht van het personeel. Hierover werd door
gedetineerden veelvuldig geklaagd. Uit jurisprudentie blijkt dat steekproefsgewijze visitaties zijn toegestaan voor zover de frequentie hiervan gemiddeld genomen niet hoger ligt dan twee keer per maand. Ook blijkt hieruit dat visitaties op aangeven van
een randomizer rechtmatig zijn. De randomizer is een onvoorspelbaar controlemiddel dat niet beïnvloedbaar is. De randomizer is ingesteld op een ratio van 1 op 10. De selectie gaat willekeurig en daardoor kan het voorkomen dat een gedetineerde vaker dan
tweemaal per maand gevisiteerd wordt. De kans is vele malen groter dat de gedetineerde minder wordt gevisiteerd. Dit zit als volgt. Er is op een aantal van 96 gedetineerden de mogelijkheid van in totaal 768 bezoekmomenten per vier weken. Deze 96
gedetineerden drukken 8 keer per maand op de randomizer. De randomizer is ingesteld op 1 op 10: er zijn dus afgerond 77 visitaties per vier weken. Dit getal gedeeld door het aantal gedetineerden levert een kans op visitatie van 0,8 per vier weken; dit
is ruim onder de twee per maand.
Er is bewust gekozen om geen onderscheid te maken tussen model- en minder model-gedetineerden. Visitatie is noodzakelijk. Uit de jaarrapportage van 2015 blijkt dat 122 sancties zijn opgelegd wegens drugsgebruik en 84 sancties wegens bezit van
contrabande. Dit is 54% van het totaal aantal opgelegde sancties. Ook moet ongewenste beeldvorming in de media worden tegengegaan. Verder is het tijdens bezoek toegestaan om kort fysiek contact te hebben en is het toezicht niet voldoende om alle
handelingen van alle gedetineerden waar te nemen. Na het bezoek wordt iedere gedetineerde standaard gefouilleerd. Fouilleren is met de vlakke hand strijken over het lichaam. Een bolletje drugs wordt zo niet gevonden. Eén op de tien gedetineerden wordt
tevens gevisiteerd. Er is geen registratie van wie gevisiteerd wordt. Met “knoeien” aan de instelling van de randomizer is geen belang gediend. Tot slot merkt de directeur op dat hij begrijpt dat de visitatie een erg ingrijpend middel is. Met het
verkleinen van het aantal visitaties wordt alleen de pakkans verkleind, terwijl sprake is van een groot probleem. Een bodyscan is te duur om aan te schaffen. Inmiddels is het wijdbeens schouwen in de lichaamsholte vervangen door driemaal squatten.

3. De beoordeling
Artikel 29, eerste lid, van de Pbw bepaalt – kort gezegd – dat de directeur bevoegd is een gedetineerde voorafgaand aan of na afloop van bezoek aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken. Volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie kan
een resultaat van gemiddeld twee keer per maand – preciezer gezegd: vier weken – gezien worden als een aanvaardbare frequentiegrens voor visitatie.

De beroepscommissie stelt het volgende vast.
In het klaagschrift staat dat klager in februari 2016 en maart 2016 in totaal zeven keer is gevisiteerd. Deze visitaties hebben telkens plaatsgevonden volgens een steekproef waarbij klager geselecteerd werd door middel van een randomizer; een middel
waarvan gebruik gemaakt wordt om gedetineerden steekproefsgewijs, dus willekeurig en zonder vast patroon, te selecteren.

De directeur heeft verklaard dat de randomizer willekeurig selecteert en dat het daardoor kan voorkomen dat een gedetineerde vaker dan tweemaal per maand gevisiteerd wordt. Daarbij is opgemerkt dat de kans dat een gedetineerde minder dan tweemaal per
maand gevisiteerd wordt, vele malen groter is. Overigens wordt niet geregistreerd wie ad random is geselecteerd voor visitatie.

Klager stelt dat de als aanvaardbaar gestelde grens voor het aantal visitaties is overschreden gedurende twee maanden. De beroepscommissie overweegt dat het kan voorkomen dat een gedetineerde in een maand vaker gecontroleerd wordt dan twee keer. Dit
betekent niet automatisch dat in dat geval sprake is van onredelijk en onbillijk handelen van de directeur. Indien een gedetineerde structureel vaker dat tweemaal per maand gevisiteerd wordt is sprake van ontoelaatbare stelselmatige visitatie. Hierover
heeft de beroepscommissie zich, mede naar aanleiding van rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van 4 februari 2003 (Van der Ven tegen Nederland en Lorsé e.a. tegen Nederland) reeds in het verleden uitgelaten. Zie onder meer de
uitspraken van 1 maart 2004 (RSJ 03/1490/GA) en van 27 februari 2009 (RSJ 08/3166/GA).

Nu klager niet heeft aangevoerd hoe de visitaties die zijn uitgevoerd in februari 2016 en maart 2016 moeten worden afgezet tegen een langere periode dan twee maanden kan niet worden geoordeeld dat deze stelselmatig en dus onredelijk en onbillijk moeten
worden geacht. Immers, een gemiddelde betekent dat het aantal visitaties over een langere periode berekend wordt. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het aantal visitaties in zijn geval gemiddeld genomen onaanvaardbaar moet worden geacht.
Daarnaast acht de beroepscommissie het niet aannemelijk dat de randomizer zo is ingesteld dat ad random meer individuele hits worden behaald dan de directeur heeft bedoeld. Derhalve kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing
leiden dan die van de beklagcommissie.

Overigens merkt de beroepscommissie op dat de directeur kan beslissen een gedetineerde niet te visiteren, ook al heeft de randomizer die gedetineerde ad random geselecteerd. Aan de preventieve werking van (de dreiging van) een steekproef doet het
incidenteel overslaan van een visitatie niet af.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. J. Plaisier en mr. R.S.T. Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 31 oktober 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven