Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/858/GA, 25 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/858/GA

betreft: [klager] datum: 25 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Peel te Evertsoord,

gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2016 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman, mr. P.W. Szymkowiak, en de directeur van de p.i. Ter Peel zijn uitgenodigd ter zitting van de beroepscommissie van 23 september 2016, gehouden in de p.i. Vught, te worden gehoord.
De raadsman heeft schriftelijk bericht dat klager en hij niet ter zitting zullen verschijnen. De directeur van de p.i. Ter Peel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. De directeur verzoekt om aanhouding van de
behandeling van het beroep teneinde hem in de gelegenheid te stellen aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling van het beroep.
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van de directeur tot aanhouding van de mondelinge behandeling van het beroep af.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, welke ordemaatregel extern ten uitvoer werd gelegd.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef in het kader van zijn penitentiair programma (p.p) in het RIMO-huis te Heerlen (crisisopvang). Klager zou uit zijn woning gezet worden en heeft op 20 oktober 2015 dreigende taal geuit. Omdat klager niet langer in de crisisopvang kon
verblijven en daardoor niet langer voldeed aan de criteria voor p.p. heeft de directeur in een selectieadvies aan de selectiefunctionaris klager voorgedragen voor terugplaatsing van de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de p.i. Ter Peel
naar een normaal beveiligde inrichting. In afwachting van zijn overplaatsing is klager een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel opgelegd, die extern ten uitvoer is gelegd in de locatie Roermond. De directeur meent dat hij in redelijkheid
tot de afzonderingsmaatregel heeft kunnen beslissen. De duur van een ordemaatregel is nooit definitief bepaald, maar is afhankelijk van de periode dat de gronden voor het opleggen hiervan voortduurt. In het geval van klager is gebleken dat geen
uitvoering hoefde te worden gegeven aan de ordemaatregel. Klager is op 21 oktober 2015 geplaatst in het huis van bewaring van de locatie Roermond.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Aan klager is op 20 oktober 2015 een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen opgelegd, die in de locatie Roermond ten uitvoer is gelegd. De ordemaatregel is opgelegd in afwachting van klagers herselectie.
Klager verbleef in het kader van zijn p.p. in het RIMO-huis en kon om veiligheidsoverwegingen niet worden voortgezet. Klager heeft zijn medebewoners bedreigd en kon niet meer terugkeren naar het RIMO-huis.

De ordemaatregel duurt binnen de grenzen van de wet zolang als deze noodzakelijk is. Dit impliceert dat met een vooraf gegeven duur van de ordemaatregel niet is gezegd, dat deze ook zo lang zal (moeten) voortduren. Bovendien strekte de opgelegde
ordemaatregel ertoe klager af te zonderen in afwachting van zijn herselectie voor een normaal beveiligde inrichting en hoe lang die herselectie op zich laat wachten is vooraf niet te zeggen. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de
beslissing van de directeur tot oplegging van een ordemaatregel voor de duur van veertien dagen bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal daarom gegrond
worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris,
op 25 oktober 2016

secretaris voorzitter

Naar boven