Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2405/TA, 2 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2405/TA

betreft: [klager] datum: 2 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juli 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de Pompestichting, locatie Zeeland, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de schending van het recht op vrije artsenkeuze c.q. het niet betrachten van de zorgplicht en
b. het maandelijks restitueren van voedingsgeld.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. De tandarts heeft geweigerd om klager door te verwijzen naar de kaakchirurg. Alleen een second opinion door een andere tandarts van Novia Cura werd toegestaan. Klager heeft vanaf februari 2016 veelvuldig verzocht om een second opinion door een arts
van eigen keuze. Op 6 juni 2016 heeft hij schriftelijk toestemming gekregen om een tandarts van eigen keuze te consulteren. Door verergering van zijn gebitsproblemen moest hij op 10 juni 2016 zijn kies laten trekken door de tandarts van Novia Cura. Op
13 juni 2016 kreeg hij een offerte voor beveiligd vervoer naar het ziekenhuis. Dit was veel te laat. Door langdurig traineren van de besluitvorming heeft hij een zeer ernstige infectie van tong en slijmvlies gekregen. Van begin af aan heeft hij
aangegeven dat hij de kosten zelf zou betalen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Navraag is gedaan bij de behandelcoördinator. Klager is nooit geweigerd om een arts naar keuze te raadplegen. Hij wilde echter direct doorverwezen worden naar de kaakchirurg terwijl hiervoor geen indicatie aanwezig was. Alleen trekken resteerde.
Klager is gezegd dat hij een andere tandarts van Novia Cura kon raadplegen maar dit wilde hij niet. In de huisregels is opgenomen dat op eigen kosten een tandarts naar keuze kan worden geraadpleegd. De behandelcoördinator heeft aangegeven dat klager
nooit om een tandarts naar eigen keuze heeft verzocht. Er zijn geen aanwijzingen dat klagers mondklachten verergerd zouden zijn. Uit een gemaakte kweek is niets gekomen. Hij heeft er uiteindelijk voor gekozen om een andere tandarts van Novia Cura te
raadplegen omdat hij de kosten voor een arts van eigen keuze te hoog vond.
b. Het voedingsgeld werd eerst iedere week achteraf betaald. In verband met de werkdruk en om de wereld buiten na te bootsen is ingevoerd dat het voedingsgeld maandelijks achteraf wordt uitbetaald. Er is een overbruggingsmaatregel geboden.
Het beklag betreft de werkwijze van de financiële administratie; een voor alle verpleegden in de inrichting geldende regel.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Niet aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van een beslissing waarbij klager is
geweigerd een arts van eigen keuze te raadplegen. Het beroep zal derhalve op dit punt ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot b:
Het beklag gericht tegen het maandelijks restitueren van voedingsgelden betreft een algemene regel en geen jegens klager genomen beslissing waartegen op grond van het bepaalde van artikel 56 of 57 Bvt beklag zou kunnen worden ingediend.
De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter op dit punt bevestigen met wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met ten aanzien van b wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, en drs. F.M.J. Bruggeman en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven