Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2144/TA, 2 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2144/TA

betreft: [klager] datum: 2 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 juni 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. A.L. Louwerse.

De juridisch medewerker van de inrichting heeft schriftelijk meegedeeld wegens ziekte verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de plaatsing in afzondering met ingang van 18 december 2015;
b. de oplegging van afdelingsarrest met ingang van 19 december 2015;
c. de oplegging van een rode kaart met ingang van 23 december 2015 en
d. de beperking van bezoek.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De maatregelen zijn opgelegd in verband met een positieve urinecontrole op cocaïne op 30 november 2015. Klager ontkent dat hij zelf cocaïne heeft ingenomen. Hij heeft in zestien jaar tijd nooit positief gescoord. Hij twijfelt aan de juistheid
van de uitslagen nu er fouten zijn gemaakt bij de afname en codes zijn verwisseld. Bij het eerste onderzoek zijn de handen niet gewassen. Er is geen herhalingsonderzoek uitgevoerd in verband met een administratieve fout. Er is sprake van drie
verschillende laboratoriumnummers die verwisseld zijn. Voor wat betreft het bevestigingsonderzoek corresponderen de nummers van de aanvraag bevestigingsonderzoek, 724427, en de uitslag van het laboratorium, 724424, niet met elkaar. Ook komt het nummer
724370 voor. In de brief van het laboratorium met de uitslag staat geen laboratoriumnummer vermeld. Niet kan worden vastgesteld of buisjes/verpleegden met elkaar zijn verwisseld. De bevestigingstest is te laat uitgevoerd. Het laboratorium hanteert een
doorlooptijd van zeven dagen. De aanvraag is gedaan op 4 december 2015 en de uitslag is pas op 16 december 2015. De beklagcommissie verwijst naar een bewaartermijn van veertien dagen die door DJI wordt gehanteerd maar gaat uit van de afnamedatum 4
december 2015, terwijl de afname op 30 november 2015 heeft plaatsgevonden. De buisjes urine zijn langer dan veertien dagen bewaard en getest na veertien dagen.
Er heeft een zorgconferentie plaatsgevonden waarop gebleken is dat FPC Oostvaarderskliniek niet met klager verder wilde. Hij is inmiddels overgeplaatst
- dit was een crisisplaatsing - naar de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, terwijl zijn vrouw speciaal in verband met zijn verblijf in Almere is verhuisd naar Almere. Klagers verlof ligt stil sinds 30 december 2015. Klager verblijft sinds 2008
in een tbs-inrichting.
Klager is tweemaal een ordemaatregel opgelegd voor dezelfde positieve urinecontrole. Volgens de inrichting ging het om een nieuwe maatregel.
Voor wat betreft de ontvankelijkheid is er sprake van cumulatie van maatregelen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a, b en c stelt de beroepscommissie vast dat aaneensluitend aan klager de ordemaatregelen afzondering, afdelingsarrest en een rode kaart, een vorm van afdelingsarrest zijn opgelegd. Deze maatregelen zijn opgelegd in verband met de
handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting en omdat de positieve uitslag en de daarmee samenhangende gevolgen op korte termijn veel hadden losgemaakt bij klager en zijn partner waardoor beperking in hun contact tussen en begeleiding
noodzakelijk was. Klager reageerde verontwaardigd en verbaal agressief op de naar zijn mening onterechte positieve uitslag van de urinecontrole en omdat klager boos en onvoorspelbaar bleef in zijn gedrag als gevolg van de onterechte positieve uitslag
zijn de vervolgmaatregelen opgelegd. Naar het oordeel van de beroepscommissie zijn de aaneensluitende ordemaatregelen op dezelfde grondslag opgelegd en is sprake van cumulatie van ordemaatregelen die in totaal langer dan een week hebben geduurd. Klager
is gelet op het bepaalde in artikel 57, eerste lid, Bvt terecht ontvangen in het beklag.

Door klagers raadsvrouw is aangevoerd dat er fouten zijn gemaakt bij het urineonderzoek en het bevestigingsonderzoek. Door een administratieve fout is geen herhalingsonderzoek uitgevoerd en er is sprake van drie verschillende laboratoriumnummers die
onderling zijn verwisseld.
Door de inrichting is tegenover de beklagrechter erkend dat door een administratieve fout het herhalingsonderzoek niet correct bij het laboratorium is aangemeld en dat geen herhalingsonderzoek, maar een bevestigingsonderzoek is uitgevoerd.
In een brief van 26 april 2016 is door de inrichting aangegeven dat het laboratoriumnummer 724427 niet klopte met het nummer van de oorspronkelijke urinebuisjes 724424.

De beroepscommissie overweegt dat door de inrichting op meerdere punten niet zorgvuldig is gehandeld. Door de inrichting is niet betwist dat bij het eerste urineonderzoek de handen niet zijn gewassen. Voorts is erkend dat een niet nader gedefinieerde
administratieve fout is gemaakt, nummers van urinebuisjes zijn verwisseld, afwijkende laboratoriumnummers zijn gehanteerd, niet de mogelijkheid van een herhalingsonderzoek is geboden met hetzelfde urinebuisje maar in plaats daarvan een
bevestigingsonderzoek met een tweede ander buisje is verricht.

Gelet op het bovenstaande, is aannemelijk geworden dat de betreffende urineonderzoeken niet volgens de in de artikelen 3, 6 en 7 van de Regeling urineonderzoek verpleegden vermelde wettelijke eisen zijn verlopen.
Nu de onder a, b, c en d vermelde beslissingen zijn gebaseerd op de uitkomsten van deze urineonderzoeken zal de beroepscommissie het beroep op alle onderdelen gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag van klager
gegrond verklaren. Zij zal klager een tegemoetkoming toekennen van
€ 51,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagrechter. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 51,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, en drs. F.M.J. Bruggeman en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven