Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2099/TA, 19 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2099/TA

betreft: [klager] datum: 19 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I. de Vos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 juni 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, waarbij klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn beklag betreffende de beslissing van het
hoofd
van de inrichting van 15 maart 2016 tot intrekking van klagers dubbel begeleid verlof,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. I. de Vos om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Namens klager is verzocht klager en zijn raadsman op een zitting te horen. De beroepscommissie wijst dit niet onderbouwde verzoek af, nu de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken
voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

De beroepscommissie is van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. In aanvulling op de uitspraak van de beklagrechter overweegt de beroepscommissie dat de verwijzing namens
klager naar uitspraak CRS 19 april 2000, C99/296/TA geen doel treft, aangezien het in die zaak ging om (begeleid) incidenteel verlof om humanitaire reden (rouwbezoek), terwijl het in het onderhavige geval gaat om (dubbel begeleid) verlof ten dienste
van
klagers resocialisatie.
De beroepscommissie merkt op dat klager aan de formulering van de gewraakte beklagclausule in de onderhavige “mededeling opschorten of intrekken verlof” niet de verwachting kan hebben ontleend van een ontvankelijk beklag aangezien die beklagclausule
expliciet vermeldt dat beklag mogelijk is indien het verlof een aaneengesloten periode van meer dan een week heeft geduurd.

De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden bevestigen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 19 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven