nummer: 16/2225/GA
betreft: [klager] datum: 10 oktober 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 14 juni 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet repareren van een defect toilet.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. In totaal heeft klager acht weken zijn toilet moeten doorspoelen met emmers water omdat zijn toilet defect was. Klager heeft meermalen aangegeven dat zijn
toilet defect was. Het beklag is ongegrond verklaard omdat ter zitting van de beklagrechter het defect inmiddels was verholpen, maar dat neemt niet weg dat klager een langere periode overlast ondervonden heeft.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Uit de onderliggende stukken maakt de beroepscommissie op dat op 16 mei 2016 een melding bij de technische dienst is binnengekomen over het defecte toilet en dat het defect op 17 mei 2016 is verholpen. In zijn klaagschrift, daterend van 3 mei 2016,
heeft klager aangevoerd dat zijn toilet al vijf á zes weken defect was en dat hij dit meermalen kenbaar heeft gemaakt, hetgeen door de directeur niet is weersproken. De beroepscommissie gaat ervan uit dat het toilet enige tijd defect is geweest. Als
gevolg daarvan heeft klager ongemak ondervonden, nu hij het toilet zelf met emmers water diende door te spoelen. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft het verhelpen van het defect aan klagers toilet onredelijk lang geduurd en is de directeur
tekort geschoten in zijn zorgplicht. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren. Zij zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij acht termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 10 oktober 2016.
secretaris voorzitter