Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3350/GB, 10 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:10-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3350/GB

Betreft: [Klager] datum: 10 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J. Hoogendam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 12 oktober 2016 te melden in de locatie Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 7 maart 2016 is klager opgeroepen zich op 4 april 2016 te melden. Hiertegen heeft klager op 10 maart 2016 een bezwaarschrift ingediend, waarna hem op 17 maart 2016 uitstel is verleend van zijn melddatum teneinde een medisch advies van het Bureau
Individuele Medische Advisering (BIMA) af te wachten. Op 13 september 2016 is klager opgeroepen zich op 12 oktober 2016 te melden in de locatie Zoetermeer voor het ondergaan van 299 dagen gevangenisstraf. Op 26 september 2016 heeft klager hiertegen een
bezwaarschrift ingediend dat op 29 september 2016 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is recentelijk, wegens het dichtslibben van zijn vaten, geopereerd aan zijn beide onderbenen. In het kader van zijn revalidatie neemt hij met ingang van 8 september 2016 tweemaal per week deel aan zaaltrainingen. Nu klager zich op 12 oktober
2016
moet melden, is hij volgens hem dan bij lange na nog niet volledig gerevalideerd. Bij het onderzoek naar klagers detentiegeschiktheid heeft het BIMA gegevens betrokken van klagers huisarts, die dateren van 18 april 2016, en gegevens van klagers
vaatchirurg van het Medisch Centrum Haaglanden (MCH), die dateren van 23 augustus 2016. De huidige situatie van klager, het revalidatietraject dat op 8 september 2016 is aangevangen, is bij het opstellen van dit advies niet meegenomen. Evenmin is de
impact van de operatieve ingreep op klagers psychische en lichamelijke gesteldheid hierin betrokken. Indien klager zich op 12 oktober 2016 moet melden, zal dit zijn revalidatie, en daarmee zijn gezondheid, niet ten goede komen, aldus klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Slechts in uitzonderlijke omstandigheden wordt uitstel verleend. Op 29 augustus 2016 heeft de medisch adviseur van het BIMA klager detentiegeschikt geacht. Hierbij is aangegeven dat klagers behandeling in of vanuit de inrichting kan worden voortgezet,
dat klager mobiel is en zelfstandig kan functioneren. Bij het opstellen van dit advies heeft de medisch adviseur informatie ingewonnen bij klagers huisarts, d.d. 18 april 2016, en bij klagers vaatchirurg van het MCH, d.d. 12 mei 2016 en 23 augustus
2016, zodat de selectiefunctionaris het advies voldoende actueel acht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft het BIMA verzocht een detentiegeschiktheidsonderzoek in te stellen. Op 29 augustus 2016 heeft de medisch adviseur van het BIMA klager detentiegeschikt geacht. De medisch adviseur stelt onder meer dat klagers
behandeling in of vanuit de inrichting kan worden voortgezet. Daargelaten dat klager niet heeft toegelicht hoe lang het revalidatietraject zal kunnen duren, heeft hij onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het revalidatietraject van een zodanig
specialistische aard is dat deze in detentie geen doorgang zal kunnen vinden. Bij ontbreken van voldoende onderbouwing van het bezwaar en gezien de inhoud van het medisch advies heeft de selectiefunctionaris zich op het standpunt kunnen stellen dat de
zorg die klager nodig heeft, een detentie niet in de weg hoeft te staan. Het is de beroepscommissie bekend dat binnen inrichtingen gekwalificeerde sportinstructeurs aanwezig zijn die klager de benodigde revalidatieoefeningen kunnen aanreiken en hem
daarbij verder begeleiden, zulks steeds in samenspraak met de medische dienst.

Gelet op het vorenoverwogene kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 10 oktober 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven