Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2122/GA, 7 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2122/GA

betreft: [klager] datum: 7 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 juni 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat klager twee maanden heeft moeten wachten voordat hij zijn penitentiair dossier mocht inzien, op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Er bestond wel noodzaak voor inzage in zijn penitentiair dossier. Klager wil zelf kunnen kiezen welke stukken hij wil kopiëren. Hij heeft het recht om de
juistheid van de informatie in het dossier te toetsen en het recht op correctie, verbetering, verwijdering of afscherming van persoonsgegevens.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie om klager geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal klager in verband met ondervonden ongemak een
tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 oktober 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven