Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1365/GA, 22 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1365/GA

betreft: [klager] datum: 22 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuid te Arnhem,

gericht tegen een uitspraak van 8 april 2016 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2016, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Lelystad, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuid te Arnhem.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie wegens het niet innemen en bewaren van medicatie, en de ontzegging van het recht op
arbeid aan klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een lagere straf opgelegd gekregen dan in het Drugsontmoedigingsbeleid staat. Bovendien is klager naar aanleiding hiervan niet van de arbeid gehaald. Dat staat ook niet in de strafmededeling. Klager mocht na de ontdekking dat hij een pil
Oxazepam in zijn broekzak had niet door naar de arbeid. Nu klager de straf in het weekend heeft ondergaan had hij maandag gewoon op de arbeid moeten verschijnen. Daarnaast wordt opgemerkt dat de mededeling tijdig is uitgereikt aan klager.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat de beslissing omtrent de disciplinaire straf is genomen op 26 februari 2016 om 16.00 uur en de mededeling hiervan dezelfde dag aan klager is uitgereikt om 19.00 uur, derhalve binnen 24 uur na het nemen van de
beslissing. De beroepscommissie heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat met het begrip ‘onverwijld’ bij de uitreiking van mededelingen als bedoeld in artikel 58 van de Pbw, in beginsel moet worden uitgegaan van een uitreiking binnen 24 uur nadat de
directeur die beslissing heeft genomen. Er is dan ook geen sprake van een formeel gebrek.
Met betrekking tot de hoogte van de disciplinaire straf overweegt de beroepscommissie als volgt. In de “Sanctiekaart 2016 Landelijk” is opgenomen dat ingeval sprake is van het niet willen innemen/vergeten in te nemen van pillen als sanctie volgt:
“afhankelijk van verwijtbaarheid waarschuwen tot sanctie gelijk aan softdrugs”. Ten aanzien van de hoogte van de sanctie is dus sprake van een discretionaire bevoegdheid van de directeur. In dit geval heeft de directeur ervoor gekozen om geen
waarschuwing te geven, maar om een straf op te leggen. Deze is echter lager dan de sanctie die past bij softdrugsgebruik. De beklagcommissie heeft deze beoordelingsvrijheid van de directeur onvoldoende gerespecteerd.
Voorts is geen sprake van dubbele disciplinaire bestraffing, omdat klagers baan op de werkzaal hem niet is ontnomen. Het beroep van de directeur is daarom gegrond en het beklag alsnog ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. J. Plaisier en mr. R.S.T. Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 22 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven