Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2064/GA, 15 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:15-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2064/GA

betreft: Klager datum: 15 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 juni 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Zeist

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van het detentiecentrum Zeist in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn rechtsbijstandverlener [...] om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van één dag onder toepassing van cameratoezicht, omdat klager heeft gedreigd zichzelf iets aan te doen en heeft gezegd absoluut niet mee te zullen
werken aan zijn uitzetting.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – voor zover hier van belang – in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft niet eerder zijn beklag ingediend, omdat hij is uitgezet naar een land waar voorzieningen als
elektriciteit en internet niet zo zijn geregeld als in Nederland. Het is daardoor lange tijd onmogelijk geweest om contact op te nemen voor klager.

De directeur heeft in beroep – voor zover hier van belang – als volgt gereageerd. De directeur kan zich vinden in de niet-ontvankelijkverklaring van de beklagrechter.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Klager is sinds 10 februari 2016 niet meer gedetineerd. Hij heeft het beklag
ingediend op 11 maart 2016. Klager was aldus ten tijde van het indienen van het beklag geen gedetineerde meer als bedoeld in artikel 1, onder e, Pbw. Reeds op die grond had hij niet in het beklag kunnen worden ontvangen. Hetgeen overigens door en
namens
klager in beroep is aangevoerd behoeft om die reden geen bespreking. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 15 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven