Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1720/GA, 26 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1720/GA

betreft: [klager] datum: 26 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.K. Cheng, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 mei 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 september 2016, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.K. Cheng.
De directeur van de p.i. Almere heeft op 13 september 2016 telefonisch laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, wegens een positieve uitslag van een urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de betreffende periode werd klagers urine veelvuldig gecontroleerd. In deze periode sportte klager veel, is hij veel afgevallen, had hij
een
trage stofwisseling en weinig vochtinname. Met deze factoren is geen rekening gehouden. Klager heeft in die periode niet bijgebruikt. Hij zat telkens achter de deur wegens opeenvolgende rapporten voor positieve urinecontroles en had derhalve geen
mogelijkheden om te gebruiken. Sindsdien gebruikt klager geen drugs meer. Klager is het niet eens met de opgelegde straf omdat de exacte THC-waarde niet is gegeven en niet blijkt uit de testuitslag. De vorige uitslagen waren ook telkens benoemd als >
1000 ug/l. Een THC-waarde van > 1000 ug/l kan > 4000 ug/l zijn, maar ook > 10.000 ug/l. Er is geen startwaarde van de THC bekend. Niet kan worden vastgesteld met hoeveel de THC-waarde is gedaald. De THC-waarde zou dusdanig gedaald kunnen zijn dat een
sanctie niet gerechtvaardigd is.
Ten aanzien van de disciplinaire straf heeft klager geen beschikking ontvangen. Pas ter zitting van de beklagcommissie heeft de directeur de beschikking overgelegd. Klager bewaart alle beschikkingen en deze beschikking zat er niet bij. Hij betwist dat
de beschikking onder de deur is door geschoven. Het gebeurt vaker dat de uitreiking vergeten wordt. Op de betreffende dag kregen drie andere gedetineerden ook een rapport. Bij hen is de beschikking wel onder de deur door geschoven. Klager lag niet te
slapen, want om 20.00 uur – na het gestelde tijdstip van uitreiking – werd de medicatie uitgereikt. Wellicht is zijn beschikking bij een andere gedetineerde onder de deur door geschoven. Normaalgesproken wordt de beschikking in persoon uitgereikt.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Voorafgaand aan de zitting van de beroepscommissie is op verzoek van de voorzitter van de beroepscommissie onder meer de volgende vraag gesteld aan een apotheker van Gelre ziekenhuizen, de instantie die de urinemonsters van gedetineerden analyseert:

Bij een urinecontrole van 9 maart 2016 is sprake van een THC-waarde van > 1000 ug/l. Bij eerdere urinecontroles op 22, 17, 12 en 1 februari 2016 was sprake van eenzelfde uitslag. Kan met betrekking tot de urinecontrole van 9 maart 2016 worden bepaald
of
sprake is van bijgebruik?

De apotheker heeft daarop – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – geantwoord dat een uitslag met een THC-waarde van > 1000 ug/l een zogenoemde semi-kwantitatieve bepaling is. Uit deze waarde kan afgeleid worden dát sprake is van gebruik, maar
niet hoeveel precies. Of sprake is van bijgebruik is lastig te bepalen als de exacte THC-waarde onduidelijk is. Een THC-waarde van > 1000 ug/l zou 2000 ug/l kunnen zijn, maar ook 10.000 ug/l. Omdat de THC-waarde niet precies vastgesteld kan worden en
derhalve onduidelijk is welk getal als uitgangspunt genomen dient te worden, kan de THC-kreatinineratio ook niet specifiek bepaald worden.

De beroepscommissie oordeelt als volgt. Bij de urinecontrole van 9 maart 2016, naar aanleiding waarvan de onderhavige disciplinaire straf is opgelegd, scoorde klager positief op het gebruik van cannabis. De gemeten THC-waarde bedroeg > 1000 ug/l. Het
bovenstaande antwoord van een apotheker van Gelre ziekenhuizen leidt de beroepscommissie tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat deze uitslag in het licht van de eerdere uitslagen van urinecontroles duidt op gebruik van cannabis na de
voorafgaande urinecontrole op 22 februari 2016.

De bestreden beslissing van de directeur is daarom genomen op een grond die deze niet kan dragen. De uitspraak van de beklagcommissie kan niet in stand blijven en het beklag dient alsnog gegrond te worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming
worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 52,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, drs. H. Heddema en mr. E. Lucas, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 26 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven