Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2120/GA, 26 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2120/GA

betreft: Klager datum: 26 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 juni 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Lelystad in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het gebruik van disproportioneel geweld tegen klager door zes medewerkers van de p.i.;
b. de interne overplaatsing van klager naar afdeling F.

De beklagcommissie heeft het beklag onder a. gegrond verklaard, maar klager geen tegemoetkoming toegekend, en heeft het beklag onder b. ongegrond verklaard; een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag onder a: het beroep richt zich tegen de beslissing klager geen tegemoetkoming toe te kennen. Het verblijven in de eigen cel in plaats van de strafcel kan niet worden aangemerkt als compensatie voor de
excessieve geweldstoepassing jegens klager.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag onder b: het beroep is alleen gericht tegen de ongegrondverklaring van het formele gedeelte van het beklag. Klager stelt dat de overplaatsing niet volgens de geldende regels en procedures is verlopen. De
reden voor overplaatsing is niet kenbaar gemaakt. Er zat slechts een uur tussen de bekendmaking en de daadwerkelijke overplaatsing. Er is verzuimd een schriftelijke beslissing uit te reiken.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep a: nu als vaststaand moet worden aangenomen dat klager ongemak en pijn heeft ondervonden als gevolg van disproportioneel geweld, bestaat aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij bepaalt de hoogte daarvan op €
50,=. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld zal worden vernietigd en klager zal een tegemoetkoming van € 50,= worden toegekend.

Ten aanzien van het beroep b: hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 26 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven