Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1809/GB, 12 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/1809/GB

Betreft: [Klager] datum: 12 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.A. Bouw, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 mei 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot detentiefasering afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 november 2014 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager zit momenteel een in België opgelegde gevangenisstraf uit waarvan Nederland de tenuitvoerlegging heeft overgenomen. De einddatum van deze gevangenisstraf is 22 oktober 2016. In een andere
zaak waarin klager wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit, is de voorlopige hechtenis onder voorwaarden geschorst tot 22 oktober 2016 – de einddatum van de gevangenisstraf die klager thans uitzit – teneinde hem in de gelegenheid te
stellen
de in België opgelegde gevangenisstraf uit te zitten. Bij beschikking van 14 september 2015 zijn de voorwaarden dat klager zijn gevangenisstraf niet in een open inrichting mag ondergaan en niet voor verlof en detentiefasering in aanmerking komt, komen
te vervallen. In de openstaande strafzaak is klager een van de hoofdverdachten. Twee medeverdachten met een min of meer gelijke rol zijn inmiddels in vrijheid gesteld. Het ligt volgens klager in de rede dat de rechtbank hem ook na 22 oktober 2016 in
vrijheid zal stellen. Klager meent daarenboven dat een schorsing van de voorlopige hechtenis voor bepaalde tijd in een openstaande zaak niet mag leiden tot het niet geleidelijk kunnen terugkeren in de maatschappij, waarvoor detentiefasering is bedoeld.
Hij stelt dat de bestreden beslissing onzorgvuldig tot stand is gekomen nu niet blijkt op welke grond hem geen detentiefasering wordt toegestaan. Hij heeft verzocht te worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De rechtbank Amsterdam heeft de voorlopige hechtenis van klager in een nog openstaande strafzaak geschorst teneinde hem de gelegenheid te bieden de in België
opgelegde – door de Nederlandse autoriteiten overgenomen –gevangenisstraf te ondergaan. Hoewel de einddatum van deze gevangenisstraf is vastgesteld op 22 oktober 2016, zal de voorlopige hechtenis, die is geschorst tot 22 oktober 2016, herleven op de
dag
dat klagers huidige detentie eindigt. Daarnaast is enige vorm van resocialisatie – gelet op de openstaande strafzaak – thans niet aan de orde. Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Zuyder Bos komt naar voren dat sprake is van ernstig
vluchtgevaar, hoog recidiverisico en collusiegevaar. Het Openbaar Ministerie (OM) sluit zich bij dit advies aan. De selectiefunctionaris meent dat klager ook overigens niet in aanmerking kan komen voor een gestapeld detentietraject. Klager heeft zich
in
het verleden voor een lange periode onttrokken aan zijn detentie. Daarnaast bestaan – naar aanleiding van een afgeluisterd gesprek – vermoedens dat klager plannen heeft naar België te vluchten. De nog openstaande strafzaak doet dit vluchtgevaar enkel
toenemen.

3.3. Ten aanzien van klagers verzoek tot detentiefasering zijn de volgende adviezen uitgebracht. De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft negatief geadviseerd. Het OM conformeert zich aan eerdere OM-adviezen, waarin geoordeeld werd dat van
ernstig vluchtgevaar, een hoog recidiverisico en collusiegevaar sprake was, en adviseert eveneens negatief.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht te worden gehoord. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

4.2. Klager ondergaat een in België opgelegde gevangenisstraf van vier jaar met aftrek die thans na een zgn. WOTS-procedure in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos ten uitvoer wordt gelegd. De einddatum van deze detentie is bepaald op 22 oktober
2016. Klagers voorlopige hechtenis – die thans is geschorst – in verband met de verdenking van een nieuw strafbaar feit, zal echter – blijkens het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de rechtbank Amsterdam met parketnummer 13-845079-14

op 22 oktober 2016 worden hervat. De behandeling van het nieuwe strafbare feit zal op 10 oktober 2016 aanvangen en de uitspraak wordt op 1 december 2016 verwacht.

4.3. Uit artikel 2, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden volgt dat een gedetineerde eerst voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking komt, wanneer hij – voor zover hier van belang – een strafrestant
van
ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden heeft. Artikel 3, eerste lid, van de Regeling kent eenzelfde eis voor plaatsing in een b.b.i. In dat geval geldt een strafrestant van maximaal achttien maanden.

Gelet op het bovenstaande is thans geen einddatum van klagers detentie bekend. Daarom kan het strafrestant van klagers detentie niet worden vastgesteld. Daarmee is niet voldaan aan artikel 2, eerste lid onder e, en artikel 3, eerste lid onder b, van de
Regeling, zodat klager niet in aanmerking komt voor plaatsing in een (z.)b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve reeds hierom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 12 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven