Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1006/GA, 6 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1006/GA

betreft: [Klager]           datum: 6 november 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 20 maart 2017 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2017, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. K. Lans, en mevrouw mr. […], juridisch medewerker bij voormelde inrichting. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Als toehoorder was aanwezig mr. […], secretaris bij de Raad.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het feit dat klager wegens arbeidsongeschiktheid en niet kunnen deelnemen aan sport 23 uur per dag in zijn cel is ingesloten (VU-2017-000089).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van € 25,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager stelt dat hij vanwege herniaklachten niet mag sporten en alleen kan luchten. Navraag bij de medische dienst leert dat klager weliswaar geen spelsport mag doen, maar wel kan en mag fitnessen. Hij mocht, blijkens informatie van de afdeling sport, bij alle sportblokken meekomen. Dat klager niet meegaat naar de sport is zijn eigen keuze. Daarnaast is klager op 6 januari 2017 volledig arbeidsongeschikt verklaard, met als gevolg dat zijn celdeur tijdens de arbeidsuren is geopend. De directeur heeft in beroep het dagprogramma van klager overgelegd. Het programma voldoet aan de wettelijke eisen en klager worden voldoende programmaonderdelen aangeboden waaraan hij kan deelnemen. Klager is niet 23 uur per dag ingesloten geweest.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager volhardt in zijn standpunt dat hij niet mocht sporten en niet weg mocht. In de locatie Sittard, waar klager op dit moment verblijft, gaat het goed met hem.

 

3.         De beoordeling

In artikel 47, eerste lid, van de Pbw is bepaald dat een gedetineerde recht heeft op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. In artikel 48, eerste lid, van de Pbw is bepaald dat een gedetineerde recht heeft op lichamelijke oefening en het beoefenen van sport gedurende ten minste tweemaal drie kwartier per week, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet.

De directeur heeft ten aanzien van gedetineerden die vanwege arbeidsongeschiktheid voor onbepaalde tijd niet aan de arbeid kunnen deelnemen de inspanningsverplichting hen in staat te stellen zich gedurende de arbeidsuren buiten hun verblijfsruimte op te houden en hen zoveel mogelijk een vervangend programma aan te bieden. Klager is op 5 januari 2017 naar de gevangenis van de p.i. Vught overgeplaatst. Op 6 januari 2017 is hij volledig arbeidsongeschikt verklaard en fysiek niet in staat aan arbeid deel te nemen.

Onvoldoende weersproken is dat klager vanaf dat moment gedurende de arbeid niet was ingesloten, maar dat zijn celdeur gedurende deze momenten was geopend. Voorts heeft de directeur te kennen gegeven dat klager, hoewel hij niet aan spelsport kon deelnemen, wel kon en mocht fitnessen. Ter ondersteuning van dit standpunt heeft de directeur het dagprogramma van klager overgelegd. Voor zover klager er zelf voor heeft gekozen hieraan niet deel te nemen, kan dit niet aan de directeur worden tegengeworpen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is onvoldoende gebleken op welke wijze klager zou zijn belemmerd zijn cel uit te komen en dat hij tegen zijn wens in 23 uur per dag ingesloten is geweest.

Gelet op het vorenoverwogene zal het beroep gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie kan niet in stand blijven en het beklag dient alsnog ongegrond te worden verklaard.  

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 6 november 2017.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven