nummer: 16 /539/GA
betreft: [klager] datum: 19 augustus 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 29 januari 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juli 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Grave, zijn gehoord klager en, namens de directeur van de locatie Roermond, [...], juridisch medewerker bij voormelde locatie.
Aangezien klager niet, dan wel onvolledig de Nederlandse taal beheerst, maar wel de Poolse taal, is klager bijgestaan door een tolk Pools.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het terroriseren en plegen van chantage door het personeel op de visitatieafdeling om klager te dwingen in een voor hem niet begrijpelijke taal opgestelde documenten te ondertekenen.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als
volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Klager kreeg te horen dat hij een bepaald formulier moest invullen. Klager begreep echter de inhoud van dat formulier niet. Hij is toen meegenomen naar een ruimte bij het magazijn. Daar werd hem verteld dat hij, als hij dat formulier niet zou
ondertekenen, in afzondering zou worden geplaatst
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij de beantwoording van de vraag of klager al dan niet formulieren onder dwang heeft moeten tekenen, geldt dat er mogelijk sprake is geweest van een communicatieprobleem. Klager had echter moeten vragen om een en ander met behulp van een tolk
uitgelegd
te krijgen. De inrichting biedt deze mogelijkheid aan gedetineerden als klager. Alle in de inrichting gebruikte formulieren zijn opgesteld in het Nederlands. Indien een gedetineerde de inhoud niet begrijpt, zal gebruik gemaakt kunnen worden van de
tolkentelefoon. Bepaalde formulieren, bijvoorbeeld met betrekking tot de voorwerpen die een gedetineerde op cel heeft, moeten door de gedetineerde worden ondertekend. Indien hij daar niet aan meewerkt, zal een medewerker op dat formulier aantekenen dat
geweigerd wordt om te tekenen. In een enkel geval, bijvoorbeeld bij de inkomstenprocedure, kan niet willen tekenen uiteindelijk strafwaardig gedrag opleveren.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat klager, toen hem bij binnenkomst in de inrichting werd gevraagd een aantal documenten te ondertekenen, bij die gelegenheid de mogelijkheid is geboden hulp in te roepen van een tolk. Ook acht de
beroepscommissie voldoende aannemelijk dat klager, toen hij weigerde die documenten te ondertekenen, waarbij door hem niet werd gevraagd om bijstand van een tolk, is aangezegd dat hij – indien hij bleef weigeren – in afzondering kon worden geplaatst.
Dit betreft (nog) geen beslissing van de directeur waartegen een rechtsmiddel open staat.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan dan ook niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de uitspraak van de beklagcommissie.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en drs. R.K. Boelens, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 augustus 2016.
secretaris voorzitter